Te wauw
Hip is ze, langharig, rossig, ruig,
Ze valt op werkschuw tuig
Levend, zwevend
Niet echt evangelisch, eerder psychedelisch
Moederhippie maakt nu kleertjes uit de Knippie
Maar met haar New Age Kid wil het niet lukken
Hij groeit en stoeit
Maar valt uiteen in steeds meer stukken
Wat kreeg hij van zijn mamma mee?
Roosvicee? LSD?
En van zijn pappa?
Het splijten gaat van hip en hop
Steeds duiken nieuwe stemmen op
Turn on, Tune in, Drop out
Is vaders welkom aan de commensalen
Die hun verhaal bij 't jochie komen halen
Na een diep doorleefde meditatie
Volgt de transcendente revelatie
Het jongensbrein is door de Wereldgeest geript
Een sterrenkind, maar wel volstrekt verknipt
Werelddeurendag
Odeur, odeur
Met je slot en met je grendel
Soms met een knop dan weer een hendel
En voor de lamme zanger
Een dominante dranger
Je stelt je open als men aan de deur wil kopen
Ontbreekt gevaar voor plof of kraak
Dan ga je zomers op de haak
Op de werelddeurendag
Zie je ze paradeuren
De voordeur leidt de stoet
Het tussendeurenpeloton
De schuifdeuren in vol ornaat
En ook de schuurdeuren paraat
De achterdeurencompagnie
De onderdeurtjes tot de knie
Langs de kant veel klapdeurtjes
En dansende draaideuren
Flash
How did she come
Why did she go
There was that flash
And then that dress
A thrilling shade of green
I’d never seen before
A forest queen, she just was there
Dress-fitting eyes, Irish-red hair
She looked at me and smiled
A look so killing, a smile so willing
It was my move, she faded-out
Was it a dream?
Maybe
I’ll wait and see, I’m prepared
Niemand maakt zich zorgen
Er hangen appels aan de perenboom
Appels als bananen
Er schuimen schimmen door mijn droom
Die zich daar veilig wanen
’s Nachts staat de zon hoog in het Noorden
Weg haar compassie met de dag van morgen
De prediker hij zoekt naar woorden
En niemand, nee echt niemand maakt zich zorgen
Bij de buurman van de overkant
Is een dimensie afgezet
Toe zeg, wat is er aan de hand
Hij is nu levenslang geplet
Kinderpostzegels ontberen tanding
Katten moeten aan een kunstgebit
D-Day maar dan zonder branding
Baby’s zitten zonder babysit
Ach ja
Ooit hadden we nog oelewappers
Er waren zelfs klotenklappers
Er leefden volop matennaaiers
En vruchteloze armoedzaaiers
Waar zijn ze gebleven?
Dekzwabbers, lichtekooien
Die mochten samen klooien
De veldwachter kneep graag een oogje toe
Soms was de bullebak gewoon een beetje moe
Waar zijn ze gebleven?
Het klokje van gehoorzaamheid
De boterham met tevredenheid
Het krukje van de boerenmeid
Die goeie ouwe tijd
Waar is het allemaal gebleven?
De pennenlikker en de billentikker
De schobbejak, de kale kak
De paljas en de wildebras
De slampamper en de lanterfanter
Hun tijd was op
Gerard van de Schootbrugge
