Columns Nootdorp Nu

2016

Columns voor Nootdorp Nu, 2016


Nootdorp Nu is een huis-aan-huisblad in Nootdorp dat iedere maand verschijnt. In 2010 kreeg ik het verzoek om iedere maand een column te schrijven. Ik doe dat uit hoofde van mijn functie als voorzitter van de stichting Kringloopwinkel De Wisselbeker. De kringloopwinkel is een inspiratiebron maar ik neem alle vrijheid om over alles te schrijven dat mij bezighoudt en dat hopelijk ook voor de ontvanger van het blad de moeite waard is. Hierna de columns die in 2016 zijn verschenen.



Het touwtje en de brievenbus

Ik moet even een schakelaar omzetten. Op het moment dat ik dit schrijf is het 2 december. Ik moet over de sinterklaastijd heen te springen, terwijl ik daar eerlijk gezegd op dit moment middenin zit. Maar dit stukje is nu eenmaal bestemd voor het kerstnummer. Of kan ik toch nog wat aan elkaar knopen?


Twee dagen geleden was “De Oude Koning van Katoren” in De Wereld Draait Door. Hij kreeg de gelegenheid om zijn boodschap voor de stad en de wereld, zijn Urbi et Orbi, uit te spreken en hij greep die gelegenheid met beide handen aan. Mag er weer een tijd komen dat er gewoon weer touwtjes uit brievenbussen kunnen hangen. Dat iedereen binnen kan komen zonder kloppen, maar dat iedereen ook weet aan welk touwtje hij wel en niet kan trekken. Een tijd waarin we weer kunnen vertrouwen op het morele kompas van mensen. Dat vraagt beheersing van dierlijke driften, dat vereist opvoeden tot beschaafdheid, voeg ik er dan maar aan toe.


Wij lijden aan een ernstig en chronisch gebrek aan vertrouwen. Vooral in het morele kompas van onze medemensen. Zelfvertrouwen is geen probleem. De afgelopen halve eeuw heeft zich onder ons een nieuwe religie gevestigd met een aansprekende slogan: ‘Greed is good’, ofwel ‘Lang leve de hebzucht’. Willen jullie meer of minder ……? Meer, meer, meer. Want zo is de natuur. Onze natuur. Het is Darwin, stommeling. De natuur is een en al moord en bedrog. En ‘the winner takes it all’, zoals Abba al zong.


Eigenbelang zonder moraal, tja dan kun je beter drie sloten op je deur doen in plaats van het touwtje van Jan uit de brievenbus laten hangen. Veel economen hebben de nieuwe religie omarmd terwijl ze beter zouden moeten weten. Een economie gebaseerd op vertrouwen bespaart zoveel juridische en controlekosten dat je daarmee alle Trumpstemmers een baan zou kunnen bezorgen.


Hebzucht is goed, erger nog, zonder hebzucht zou onze wereld in chaos eindigen. Ik hoor het George Bush nog zeggen na 9/11: ‘er is iets heel ergs gebeurd, maar blijf kopen’ (lees: anders wordt het nog erger). Sinterklaas en Kerst zijn natuurlijk al lang bezweken onder deze greed-obsessie. Lang geleden, toen de touwtjes nog uit de brievenbus hingen, was je dolgelukkig met een nieuwe puzzel, een paar nieuwe wanten en een chocoladeletter. En met Kerst een stol en een stal. Intussen zien we kinderen in een soort razernij pakjes open scheuren, op de doos kijken en zich op het volgende pakje storten. En op het eind van de rit breken ze hun nek over de spullen die ze nauwelijks een blik waardig keuren. Het maakt geluid, het beweegt en als de batterij leeg is, is het feest voorbij.


Straks is de batterij van de aarde leeg. Geen stroom meer. Geen Golfstroom meer. Dan gaat ons klimaat pas echt veranderen. Dat was het tweede puntje dat Jan Terlouw nog even wilde maken. We hebben nieuwe, oude verhalen nodig. Van een oude man of van een kindje in een kribbe, dat maakt niet uit.


December 2016



De Sint ook in Appelscha


De lezer zal ze ook kennen, de sinterklaasverhalen met kinderen in een afgelegen boerderij of een eenzaam huisje in het bos, die met de moed der wanhoop hun liederen zongen bij de armzalige haard. Als ze nu maar hard genoeg zongen zou de Goedheiligman ze deze keer misschien horen en niet voorbij rijden. Hoe groot was de opluchting als Pietermanknecht zei: ‘Wacht eens Sint, ik geloof dat ik wat hoor.’


Ik heb mijn moeder wel eens gevraagd: ‘Vierden jullie vroeger ook sinterklaas?’ Ze was al ver in de tachtig maar ze mankeerde nog weinig. Dus moest ik haar wel geloven toen ze zei: ‘Nee, feesten daar deden we niet aan.’ ‘Geen Kerst?’ ‘Nee.’ Ook geen Sinterklaas?’ ‘Ook niet.’ Ik heb niet gevraagd of ze wel hard genoeg had gezongen. Het had toch niets uitgehaald. Daar aan de rand van Appelscha werd niet gefeest. Daar werd geploeterd. Het resultaat was een leven zonder franje.


Een paar jaar voor haar dood reden we met mijn moeder vanuit Hilversum naar Appelscha. Een neef van haar wilde haar graag interviewen voor “Zoolstede”, het blad van de lokale historische vereniging. Neef meldde terloops dat die dag Sinterklaas ook in Appelscha zou aankomen. Toevallig. Als groot gelovige direct getuige zijn van de aankomst van Sinterklaas in Appelscha. Yes! We lieten mijn moeder achter voor het interview en besloten wat rond te toeren richting Ravenswoud. De Sint zou nog wel even op zich laten wachten.


We reden met een toeristensnelheid aan de noordkant van de Opsterlandse Compagnonsvaart richting Assen. Na een kwartiertje of zo trapte ik nogal abrupt op de rem. Mijn vrouw schrok. Er was in geen velden of wegen enig verkeer op de weg. ‘Kijk nou! Daar, aan de overkant.’ Aan een vrij steile, diepe wal lag een bootje waarop enkele Zwarte Pieten druk doende waren. In the middle of nowhere. ‘De intocht van Sinterklaas in Appelscha,’ sprak ik aangedaan. ‘Daar, aan de overkant, daar begint ie. In alle eenzaamheid. Ongezien.’ Terwijl de Pieten hun muziekinstrumenten tevoorschijn haalden, stopte er bovenaan de weg een bestelbusje. En jawel hoor, daar was de Sint. Met wapperende baard, flapperende tabberd en een hand aan de mijter. Om het bootje te bereiken moest hij op een of andere manier langs dat gladde talud omlaag. De Sint zakte op zijn hurken, met zijn overgebleven hand voorkomend dat zijn kleding besmeurd zou raken. Zich vasthoudend aan de staf die door de chauffeur van het busje werd vastgehouden, ging het neerwaarts. Het was zeker helemaal goed gegaan als de staf niet uit twee delen had bestaan. Gelukkig landde de Sint, wel wat ongecontroleerd, niet naast maar in het bootje.


Wij reden een stukje mee met deze heerlijke Hollandse kost. De Pieten musiceerden dat het een aard had, voor een lege zaal, en deden extra hun best als ze een eenzame boerderij passeerden waar een bejaard boerenechtpaar vriendelijk zwaaide. Dat het altijd zo moge blijven, bedacht ik. Jammer dat mijn moeder intussen zat te broeden op herinneringen aan feesten die er nooit waren geweest.


November 2016



Een boekje open


Er was het verleden, er is het Nu en, als het een beetje meezit, zal er een toekomst zijn. Zo simpel is het. We hebben er lang geleden al aparte werkwoordsvormen voor bedacht: verleden tijd, tegenwoordige tijd, toekomstige tijd. En het geldt voor alles en iedereen, zelfs of misschien wel juist voor onze kringloopwinkel: het was nieuw, het is er nog, en wellicht zal het nog even blijven.


Het verleden kennen we (enigszins) omdat het sporen achterlaat, het Nu beleven we, en de toekomst? Ons eigen verleden kennen we omdat er sporen in ons geheugen zijn geslepen, ‘ander verleden’ kunnen we kennen omdat er nog meer geheugens zijn en omdat er ook een ander soort sporen is terug te vinden. De toekomst is een boek dat we op het punt staan open te slaan. Maar de omslag en de achterflap kunnen we nu zien. Nauwkeurig onderzoek en logisch denken kunnen soms een tipje van de sluier die over het verleden ligt, oplichten.


Het verleden kennen we, een beetje. Geologen onderzoeken aardlagen, paleontologen proberen fossielen te begrijpen, archeologen graven naar graven en rechercheurs zoeken vingerafdrukken (en tegenwoordig ook DNA). Kosmologen zijn een verhaal apart. Die willen weten hoe het heelal er ooit uitzag. Maar hoe doe je dat als alles ongrijpbaar ver weg is? Tot voor kort was het een moedeloos makend vak, tot iemand ontdekte dat het licht kan vertellen hoe lang geleden het vertrokken is van zijn bron. Toen konden de kosmologen zomaar de film van de ontstaansgeschiedenis van het heelal terugdraaien. Tot vlak na de Big Bang.


Maar nu de toekomst. Er komen geen signalen terug uit de toekomst. We hebben er geen antennes voor. Er is wel eens geopperd dat Ufo’s in feite bezoekers uit de toekomst zouden zijn. Maar als dit zo was, zouden alle natuurkundigen onmiddellijk van de hoogste brug springen. Hun hele fraaie bouwwerk zou in duigen liggen. Einstein kwam op Princeton terecht en trok veel op met Kurt Gödel, de man die de klassieke wiskunde op zijn grondvesten deed schudden. Gödel dook ook in de wereld van Einstein en vond dat in theorie terugreizen in de tijd mogelijk was. Gödel schrok zo van zijn eigen denkwerk dat hij voor alle zekerheid de tijd als een illusie elimineerde. Als tijd niet bestaat hoef je je over tijdreizen ook niet druk te maken.


Gelukkig laat het verleden sporen achter en werpt de toekomst zijn schaduw vooruit (of is het achteruit?). Daardoor kunnen we het verleden een beetje reconstrueren en de toekomst een beetje voorspellen. Onze enige sleutel naar de toekomst is het verleden. Soms simpel. Een biljarter kan aardig voorspellen wat er met zijn ballen gebeurt. Als er mensen in het spel zijn, wordt het ingewikkelder. Ook wij handelen op basis van een historie, die voor een deel in ons DNA zit en voor een deel in ons geheugen. Maar die informatie zit goed opgeborgen. Of moet ik zeggen: zat goed opgeborgen. Want de mogelijkheden om die informatie boven water te krijgen nemen snel toe. Er is veel belangstelling voor omdat er veel mee te verdienen is. En te controleren. Voorspelbaarheid is goud waard.


Oktober 2016



En dan: paf


Andrea Maier, een mooie en interessante jonge vrouw die, heel begrijpelijk, graag zo wil blijven. Om te beginnen 130 jaar. Als een gloeilamp op volle kracht branden en dan paf. Over en uit. Als VPRO-zomergast mocht ze haar droom met ons delen. Leven toevoegen aan de jaren, zo heet dat in de wereld van de gerontologie. Daar is veel voor te zeggen als we bereid zijn te accepteren dat je hele leven 25 blijven toch wel een illusie is. Maar niet volgens Andrea en nog minder volgens één van haar helden, de naar de biologie overgestapte computerexpert Aubrey de Grey, die er heilig van overtuigd is dat we binnen een halve eeuw 300 jaar kunnen worden en dan is de stap naar 1000 jaar en verder plotseling niet zo groot meer. Dan gaat het dus niet alleen meer over leven toevoegen aan de jaren, maar wel degelijk ook over jaren toevoegen aan het leven. Tja.


Ik zou me er eigenlijk niet zo over moeten opwinden omdat het me een volstrekte illusie lijkt, maar ik doe het toch omdat het een symptoom is van een onderstroom die mij wel degelijk zorgen baart. Je zou het het utopisch geloof in de maakbaarheid van het leven, de mens, de natuur, kunnen noemen. Een product van de Verlichting. De Wetenschap als brenger van het Goede Nieuws, de wetenschapper als Verlosser. De wetenschap heeft ons ongetwijfeld veel goeds gebracht. Maar een absoluut geloof in de vooruitgang maakt het moeilijk om gas terug te nemen. Wij moeten vooruit omdat stilstand vrijwel gelijk staat met de totale ratsmodee. Wij moeten vooruit, en er is maar één weg: totale beheersing van het leven, van de natuur, inclusief onszelf. Hoofdprijs: de overwinning op de dood en het eeuwige leven. Jazeker, dat klinkt bekend. Het is inderdaad nieuwe wijn in oude zakken. Helaas hoor je de optimisten zelden over de neveneffecten. Misschien ook wel begrijpelijk, want die komen meestal als een verrassing.


De ontwikkeling en grootschalige benutting van ‘nieuwe’ energiebronnen zoals steenkool en olie bracht niet alleen welvaart maar ook een bevolkingsexplosie, een dodelijk klimaatprobleem en een eeuw lang de verschrikkelijkste oorlogen. De chemie bracht beheersing van de materie maar ook een levensgevaarlijke vervuiling van natuur en milieu. Medici juichten iets te vroeg toen ze meenden de infectieziekten te hebben uitgeroeid. Resistentie is een nieuw en levensgroot probleem. De vlucht vooruit moet ons redden. De voortplanting is een bijna wetenschappelijk project geworden dat volledige controle vraagt. En de vraag is niet of, maar wanneer we mensen gaan kloneren en wanneer we nieuwe mensenrassen gaan creëren door in de kiembaan genetische veranderingen aan te brengen die overerfbaar zijn. Niet bij ons? Okay, Noord-Korea dan? Dat kunnen we niet helpen.


Perfecte mensen die voortdurend behandeld worden tegen verouderingsverschijnselen, met breinen die zijn aangesloten op computers om hun verveling te onderdrukken. En om ze te besturen, te beheersen. Science Fiction? Zeker. Maar pas op, er zijn groepen die er belang bij hebben om bij ons het vuur van het vooruitgangsgeloof aan te wakkeren. Zelfs als ze er zelf niet in geloven. Want in essentie verandert er ook weer niet zo heel veel. Zo is het immers altijd geweest.


September 2016



Vinger aan de pols


Zal er ooit nog een tijd komen dat we weer kunnen en willen leven volgens onze natuurlijke ritmes? De ritmes die in een proces van miljoenen jaren van evolutie in en om ons zijn vastgelegd. Ik denk het wel. We zijn nu een paar eeuwen bezig om de zaak flink aan te jagen, de economische groei, de welvaart. Elk jaar een paar procentjes meer. Goed bezig dus. Want welvaart brengt gezondheid en een langer leven, en de vrijheid om onze talenten te ontwikkelen en individuele wensen in vervulling te laten gaan. Maar als er niet met beleid op de rem wordt getrapt, eindigt aanjagen altijd in over de kop jagen. De zaak ontploft, loopt vast, raakt uitgeput, loopt tegen zijn grenzen aan, slaat door, vliegt uit de bocht. Maar al eerder begint het te piepen, te kraken en te scheuren.


Neem een schommel. Elke keer een zetje en het ding gaat steeds een beetje hoger. Leuk. Als jochie wilde je hem over de kop krijgen. Stoer! Goed dat dat nog niet zo makkelijk was, want er zouden veel brokken zijn gemaakt. Maar het was nog wel overzichtelijk en goed voorspelbaar.


Veel dingen in ons leven gedragen zich als een schommel, alleen een meer ingewikkelde variant: een samengestelde schommel. Een schommel die aan stangen hangt, maar halverwege de stangen zitten ook nog scharnieren. Afhankelijk van het opzwiepen kan zo’n schommel op twee manieren gaan bewegen: regelmatig en onregelmatig. In het laatste geval wordt het gedrag chaotisch, onregelmatig, onvoorspelbaar. Zoals een hart met hartritmestoornissen. En om eerlijk te zijn: die dubbele schommel is ook nog maar een simpel model van de werkelijkheid. Er zitten nog veel meer scharnieren in het bestaan.


Wij mensen en onze natuurlijke omgeving, de omgeving waarin wij en alles wat met ons samenleeft in een evolutie van miljoenen zo niet honderden miljoenen jaren zijn geworden tot wat wij zijn, zitten vol ‘natuurlijke ritmes’. Ritmes buiten ons, van licht en donker, zomer en winter, en de ritmes in ons: bioritmes en culturele ritmes. Die zijn op elkaar afgestemd geraakt en die bepalen in belangrijke mate ons activiteitenpatroon, ons leven, onze gezondheid, onszelf. Natuurlijk kan dat hele radarwerk wel tegen een stootje. Overleven betekent dat je opgewassen moet zijn tegen verstoring en verandering. Maar de rek is beperkt. En als de rek er uit is, is het einde oefening. Dat geldt voor groepen en individuen.


Onze intelligentie stelt ons in staat om na te denken over onze daden en over de gevolgen daarvan. Maar die intelligentie kan ook worden gebruikt om gevaarlijke illusies na te jagen. Meer, meer, meer. Ons economische en morele systeem is er helemaal op toegespitst. Het lijkt erop dat we geen keuze meer hebben. We, onze kinderen, zullen er een verschrikkelijke prijs voor moeten betalen. Misschien dat we ooit zullen beseffen dat het beter is de schommel met voorzichtige zetjes in beweging te houden. Niet meer en niet minder. En misschien moeten we maar eens beginnen marketingmensen te verbieden om met MRI-technieken in ons brein te loeren op jacht naar meer.


Juni 2016



Die eet zeg!


Nooit eerder zijn wij zo druk geweest met voeding, voedsel, eten en noem al die culinaire verschijnselen maar op. Lekker eten, gezond eten, verantwoord eten, te veel eten, te weinig eten, binnen eten, buiten eten, intoleranties, allergieën, te zoet, te zout. Kookboek, kookrubriek, Heel Holland Kookt, Over de Kook, Aan de Coke. Verzadigd, onverzadigd, onverzadigbaar, verzaligd. Schijf van Vijf, Blijf van mijn Lijf, zwaarlijvigheid. Weight Watchers, Afslankclubs. Cyclisch ketogeen dieet, Detox dieet, Groene groenten dieet, Sapjes dieet, Acai bessen dieet, Atkins dieet, South Beach dieet, Zone dieet, Veganistisch dieet, Vegetarisch dieet, Paleo dieet, Fruitdieet, Eiwitdieet, Dr Phil dieet, Dukan dieet, Vetvrij dieet, Koolhydraatarm dieet, Crash dieet, Glutenvrij dieet, Soepdieet, Candida dieet, Shake dieet, Montignac dieet, Vezelrijk dieet, Dr. Frank dieet, Sonja Bakker dieet, Suikervrij dieet en niet te vergeten: 24/12 uur Intermittent Fasting. Minder bekend maar waarschijnlijk net zo effectief zijn het Hemaworstdieet, het Uitbuikdieet, het Pensverwensdieet, het Grotebroekvervloekdieet, het Dikkebillenniettetillendieet, het Hotsebotsekotsdieet, het Ikkandekleinejanweerziendieet, het Ezeltjestrekjedieet en het Takelmaardoorhetzolderraamdieet.


Zo maar een greep uit de hulpmiddelen die ons door voedingsgoeroes zijn aangereikt om te voorkomen dat je in het vliegtuig een dubbele-zitplaatsaanslag voor je kiezen krijgt. En de moderne mens krijgt al zoveel voor zijn kiezen. Is het dan gek dat hij zo nu en dan zijn zelfbeheersing even verliest en hap zegt als er een gebraden duif langs vliegt? Voeding houdt hem bezig. De moderne mens leest niet meer, wordt gezegd. Kom op, zeg! Hij leest meer etiketten dan ooit. Hij beweegt te weinig. Wat een onzin! Heb je wel eens gezien hoe veel kilometer je moet lopen voor je de afdeling chips naturel hebt bekeken? Hij kookt niet meer. Dat is waar. In de woning van de toekomst zullen we tevergeefs nog een keuken zoeken. Maar ook de mens van toekomst heeft wel eens trek in een hapje. Daar zal toch iemand voor in beweging moeten komen. Er zal toch op zijn minst een jochie op een scooter moeten klimmen. Ja op langere termijn is het denkbaar dat we allemaal een voedselsonde hebben die permanent is aangesloten op een centraal reservoir vol verjongende biomoleculen. Ideaal. Dan zijn we eindelijk af van dat vermoeiende slikken.


Waar komt die bezetenheid, die verslaving aan voedsel vandaan? Het antwoord is simpel: welvaart. We kunnen het betalen en dus kan een ander er aan verdienen. Voedsel is een primaire levensbehoefte, we kunnen niet zonder en het smaakt naar meer. En als wij meer slobberen worden ergens aandeelhouders blij. En dat is, zoals bekend, een nog primairdere levensbehoefte. Er is eigenlijk maar één echt probleem. Dat een groot deel van de Amerikanen (en wij straks ook) niet meer op eigen kracht vooruit komt, daar liggen de aandeelhouders niet wakker van. Maar dat we met deze suïcidale overconsumptie ook de aarde onleefbaar maken, dat geeft toch wel te denken. Want een onleefbare aarde is zelfs voor een aandeelhouder geen fijne plek. We moeten nu echt in beweging komen. Maar ja, hoe doe je dat als je niet meer overeind kunt komen?


Mei 2016



De laatsten en de eersten

Wij leven op een bevoorrecht stukje van de aardbol. Volgens de mensen die alles beter weten, behoren wij dan ook tot de gelukkigste mensen ter wereld. Het blijft natuurlijk wel een beetje vreemd dat wij erg veel slikken en anderzijds op immense schaal hulp zoeken voor allerlei ongrijpbaar ongerief zoals chagrijn, agressie, hoofdpijn, slapeloosheid, depressies, zinloosheid, angsten (in vele soorten), onzekerheid, verdriet en ga zo maar door. Het lijkt moeilijk te rijmen. Toch heb ik er wel een verklaring voor. Neem nou die Panamapapers. Of dat Oekraïnereferendum. Of de FIFA. De meeste mensen elders in de wereld liggen er echt niet wakker van. Die hebben wel wat anders aan hun hoofd: morgen overleven, dan zien we wel verder. M.a.w., omdat we het zo goed hebben, worden dingetjes dingen en, nog erger, verliezen we Dingen uit het oog.


Misschien wel het Allergrootste Ding dat we een beetje uit het oog zijn verloren, is de gruwelijke kloof tussen arm en rijk in de wereld. Op zich lijkt het me een gezonde gedachte dat je mensen beloont naar prestatie. Zonder prikkel komt niemand ’s ochtends zijn bed nog uit. Maar zoals met alles, gaat het mis als er geen verstandige regelmechanismen zijn. Stoommachines hadden een veiligheidsklep. Als de druk in de ketel te hoog opliep, ging de klep automatisch open en werd er stoom afgeblazen. Anders ontploft zo’n ding. Met geld maak je geld. Daar gaat het al mis. Dat wordt vanzelf explosief. Met veel geld kun je je namelijk onaantastbaar maken. In een wereld waarin het inprenten van een sterk moreel besef niet meer tot de centrale opvoedingstaken lijkt te behoren, is iedereen omkoopbaar. Ook bij ons!


Een van de belangrijkste opgaven van de rijke en de superrijke is het vinden van een slimme belastingadviseur. Ik heb altijd nog een anekdote in mijn hoofd waarin Henri Ford II, ooit de rijkste man ter wereld, in gesprek is met zijn tweede man Lee Iacocca (later baas van Chrysler). Lee klaagt bij Henri over die akelige belastingdienst waar hij mee in de clinch ligt. Waarop Henri de voor mij onsterfelijke woorden spreekt: wel Lee, dan heb je toch iets verkeerd gedaan. Ik heb in mijn leven nog nooit een cent belasting betaald.


Ik kom nog uit de tijd dat we bijna medelijden hadden met een dergelijk ontaard persoon. Je kon de zaak misschien hier en nu wel flessen, maar er was nog een andere Belastingdienst en die liet zich niet foppen. Die zag elk bonnetje en die kende alle trucjes. Voor de rijken een rem, voor de armen een troost en het scheelde heel wat psychiaters en maatschappelijk werkers. Want de eersten zullen de laatsten zijn. We moeten het nu zelf doen en het resultaat is opmerkelijk. Ieder voor zich, inclusief God. We lezen elkaar nu voor uit de Panamapapers en we zijn boos, niet op al die zakkenvullers maar op onszelf. Wij zijn de echte losers want er worden in het Hiernamaals geen rollen meer omgedraaid.


Maar ergens, in een dorpje in Zuid-Holland, houdt een groepje idealisten moedig stand. Zij verdedigen hun winkeltje met de moed der wanhoop tegen het Grote Geld. De prijsjes blijven klein en de opbrengst gaat naar mensen die het echt nodig hebben. Direct, niet via Panama of de Maagdeneilanden.


April 2016



Rente nul


Rente nul, wat moet je daar nou van denken? Het klinkt een beetje als perron nul. Je hebt het gevoel dat er iets behoorlijk mis is. Als je de historici mag geloven dan kent de mensheid nu zo’n 5000 jaar zoiets als rente. Je leent iets uit en na een tijdje krijg je het uitgeleende terug met een beetje extra. Een soort beloning omdat je niet zelf van je bezit hebt genoten of geprofiteerd maar een ander. En ook een soort verzekeringspremie omdat er altijd een kans bestaat dat je het uitgeleende bezit niet meer terug ziet.

Er is iets behoorlijk mis met die rente nul omdat in al die 5000 jaar de rente nog nooit zo laag is geweest. Dat geeft te denken. De rente is zo laag omdat de economie gestimuleerd moet worden. De mensen en bedrijven en overheden, iedereen dus, moeten meer uitgeven. Goedkoop lenen (rente nul) en besteden. De automobielbranche is er al bovenop gesprongen. Het vervelende is dat de Europese economie nauwelijks reageert. In Frankfurt zit een poenschepper, maar het lijkt erop dat we ons met zijn allen afvragen hoe we al dat goedkope geld op een slimme manier moeten besteden. De Europese Centrale Bank (ECB) kan niet veel meer dan geld scheppen en rentes vaststellen. Maar daarmee zijn we er natuurlijk niet. Echte welvaart, economische groei, werkgelegenheid zijn het resultaat van exploitatie van grondstoffen, hogere productiviteit, meer inwoners en vernieuwing door het toepassen van nieuwe technieken en nieuwe kennis. Vooral het laatste is belangrijk maar ook gelijk het moeilijkste. Het geld moet niet zo maar rollen, het moet schoorstenen laten roken. Vergeleken met andere delen van de wereld zijn we in Europa gewoon niet zo innovatief. We zijn een beetje een rentenierswerelddeel geworden. We hebben veel te verliezen in de mondiale strijd om het bestaan en dat maakt ons bang. Bang om risico’s te nemen. Werkgelegenheid komt vooral van nieuwe bedrijven die snel groeien. Een tijdje geleden hoorde ik een expert in Brussel het volgende zeggen. In Europa bestaat de top-100 van grootste bedrijven voor 80% uit bedrijven ouder dan 100 jaar, in de VS is 80% jonger dan 20 jaar. Een verschil in economische dynamiek waar de Europese Commissie zich al jaren grote zorgen over maakt.


Het is blijkbaar lastig om goeie bestemmingen te vinden voor al het goedkope geld dat de ECB schept. Veel minder lastig is het slechte bestemmingen te vinden. Het geld moet rollen en dat gaat als we niet goed opletten de verkeerde kant op rollen. De kant van de handige jongens en de slechte plannen. Ideaal voor het creëren van zeepbellen, heerlijk voor gewiekste speculanten. De EU heeft ternauwernood de bankencrisis overleefd. Te veel foute leningen richting zwakke economieën omdat men onder de paraplu van de sterke euro goedkoop kon lenen. Het lenen gaat nu nog veel goedkoper worden. Is dat niet levensgevaarlijk? Het is in ieder geval killing voor onze pensioenfondsen.


Misschien is er toch nog een ethisch lichtpuntje. Lange tijd had de kerk grote moeite met het vragen van rente. Het zou de rijken rijker en de armen armer maken. En ook in de Islam is rente een dubieus fenomeen. Rente nul zou een opstap kunnen zijn naar een economie die veel minder dan nu op groei is gericht. En minder groei hebben we nodig als we de aarde leefbaar willen houden. Ik moet eerlijk toegeven dat ik het zelf ook allemaal knap ingewikkeld vind.


Maart 2016


De Wisselbeker is van ons allemaal


We hebben intussen de balans over 2015 opgemaakt en het nieuwe jaar recht in de ogen gekeken. De balans was positief en het nieuwe jaar toonde zich nog wat verlegen. Het gaat met onze Kringloopwinkel nog steeds erg goed. En met dat onze bedoel ik nu eens niet de kleine kring van direct betrokkenen, maar de grote kring van iedereen die het succes van de winkel mogelijk maakt: dus ook, vooral, iedereen die zijn overtolligheden en boventalligheden aan ons toevertrouwt en iedereen die er vervolgens, tegen een kleine vergoeding, weer mee naar huis gaat. Dit simpele businessmodel, dat overigens alleen werkt als een grote groep vrijwilligers bereid is daar het hele jaar tijd en moeite in te steken, maakte het ook in 2015 weer mogelijk dat we niet alleen ons gebouw, een Gemeentelijk Monument, de zorg konden geven die zo’n monument verdient, maar dat we ook veel goede doelen blij konden maken met een donatie. In totaal ging het in 2015 om een bedrag van ruim €53.000.-. Daarvan ging ruim de helft naar zes projecten die voor een periode van drie jaar gesteund worden met een bedrag van €5000,- per jaar. Onze GGD’s (Grote Goede Doelen). Een van de selectiecriteria is dat de betreffende stichting in de buurt moet zitten. Dat maakt de contacten persoonlijker en de vertrouwensband sterker. Die GGD’s waren in 2015: Help Laos (Adrie de Koning c.s.) , Pijnackenaren Helpen Armenië (Hennie Bos c.s.), Niketan (zorg voor gehandicapten in Bangladesh, Antoinette Termoshuizen c.s.), Los Ninos de Dios (straatkinderen in Santiago de Chili, Alex en Joke Weerheim c.s.), Mandioca (Welvaart en welzijn indianen Amazone, Kees van Vliet c.s.), Onvoki (Onderwijs in Togo, Marinus ’t Hart c.s.).


We hebben ook een ‘potje’ voor wat we noemen onze lokale doelen. Steun voor activiteiten in onze eigen gemeenschap. Zo hebben wij in 2015 de volgende doelen gesteund: Repair Café, De Verbeelding, Scouting Nootdorp (zonnepanelen), Vrienden van de Windlust (Molenboek), Christelijke Vrouwenvereniging (jubileum), School Het Kraaienest (buitenspeelgoed), Bartholomeuskerk (restauratie), Dorpskerk (restauratie), Voedselbank Nootdorp (koel-vriescombinatie), Zonnebloem Nootdorp.


Wij willen de komende tijd meer geld en aandacht besteden aan deze lokale doelen. Wij zien de kringloopwinkel als iets van de lokale gemeenschap en wij vinden dat een deel van de opbrengst ook weer terug moet vloeien naar diezelfde gemeenschap. We merken dat het steeds moeilijker wordt om voor activiteiten die voor de bewoners van onze gemeente belangrijk zijn, bij de gemeente aan te kloppen. Het is de laatste jaren allemaal een stuk schraler geworden, zeker ook in de kern Nootdorp, en wij achten het niet uitgesloten dat de verschraling van gemeenschapsvoorzieningen de komende jaren alleen nog maar zal toenemen. De politici willen graag dat de burger zijn eigen boontjes dopt en zijn eigen broek ophoudt. Tot op zekere hoogte hoeft dat niet negatief te zijn. Burgers kunnen heel veel zelf als ze zich maar organiseren en waar mogelijk daarbij steun van de gemeente krijgen. Wij als kringloopwinkel voelen het als onze plicht om waar mogelijk en zinvol steun te verlenen. Dus: kom met voorstellen en verzoeken, kijk naar de voorbeelden, en denk aan een richtbedrag van €500,-. En wacht niet te lang want als dit potje leeg is moet je weer een jaar wachten.


Februari 2016



Vallen en opstaan


Als de veranderingen maar snel genoeg gaan, raakt iedereen de weg kwijt. Voor ons is hrt natuurlijk belangrijk dat men in ieder geval de weg naar de kringloopwinkel blijft vinden. Al was het maar om met eigen ogen te kunnen zien hoe snel de veranderingen zich voltrekken. Om je te verbazen over al die afgeschreven hebbedingetjes van kort geleden.


Grappig genoeg zijn al die veranderingen niet steeds onomkeerbaar. Boeken lezen is nog niet uitgeroeid, de LP wint weer terrein en mijn kleinzoon vindt Kapla eigenlijk veel leuker dan die draadloos bestuurbare Lamborghini die na twintig minuten de geest gaf omdat de batterijen leeg waren.


Maar hoe ga je hier nu mee om als je kinderen wil voorbereiden op zo’n wereld vol verandering? Wat moet je kinderen meegeven? Hoe voorkom je dat ze straks allemaal te zwaar zijn, aan de Ritalin hangen, op hun dertigste afgebrand zijn, niet meer in staat tot het aangaan van stabiele relaties, dolend in een gitzwart sprookjesland?


Vergeleken met andere dieren moet het mensenjong zo’n beetje alles leren. En daar is het uitstekend voor geëquipeerd. Het is een regelrecht wonder om te zien wat een kind van een half jaar al kan en hoe ver het na drie jaar is. Door te kijken, te luisteren, te voelen, te ruiken. En door na te doen. Herhalen zorgt voor de stabiele structuren in het brein waarop verder gebouwd kan worden. Praten, zingen, wijzen, spelen, steeds opnieuw. En vaak hetzelfde. Vaste omgeving, vaste structuur. En dan gaat een kind zelf aan het oefenen. Zo wordt de wereld geïntegreerd in zijn koppie en worden enorme inspanningen van lieverlee automatismen. En als het automatisme er is, ontstaat vanzelf ruimte om nieuwe dingen te leren. Een kind doet niets liever dan zijn arsenaal aan vaardigheden uitbreiden mits er een vorm van waardering voor bestaat.


De vraag, ook voor het onderwijs, is welke vaardigheden belangrijk zijn en zullen worden. Antwoord: de basisvaardigheden. De rest komt later wel. Nieuwe automatismen die later geen inspanning meer vragen. Dus: oefenen, oefenen, oefenen met elementair rekenen, taal, maar ook topografie, geschiedenis. Misverstand 1: ze hoeven niks meer te weten, ze kunnen alles opzoeken. Wat zou je moeten zoeken zonder structuur in je hoofd? Misverstand 2: ze moeten leren leren. Nee, ze moeten gewoon leren. Misverstand 3: het moet vooral leuk zijn. Graag. Als het kan. Maar leren, oefenen, het is niet altijd leuk. Niemand leert lopen zonder regelmatig te vallen. Iets kunnen, dat is leuk. Maar dat vraagt vaak inspanning. Kost pijn. Eelt op je vingers als je gitaar wilt spelen. Misschien is dat wel de belangrijkste les die we kinderen moeten leren: later meedoen betekent leren vallen en weer opstaan. Niet opgeven.


Januari 2016