Gesjoemel met Fraude

Kort verhaal, 7 juni 2013

Gesjoemel met fraude



Even een spelletje. Bedenk iets waardevols. Hebben? Mijn stelling is dat de kans bijna 1 is dat je er fraude achter kunt zetten. Fraude moet voor taalkundigen een interessant fenomeen zijn. Er is een duidelijk trend waarneembaar om weinig fraaie woorden als zorg of belasting op te leuken door ze te verlengen met het achtervoegsel fraude. Zorg is een woordje van niks. Het zegt ook niks. Wat is nou zorg? Veel te breed. Een dooddoenerwoordje. Maar zorgfraude, dat is sjiek, daar kun je mee voor de dag komen, daar wordt over gesproken, dat raakt snaren. Of belasting. Dat woord kunnen we nauwelijks nog door onze strot krijgen. We worden er beroerd van, op het misselijke af. Kokhalzen. Maar zet er fraude achter en het krijgt een menselijk gezicht. Het wordt persoonlijk. Het krijgt drama. Uitkeringsfraude, zelfde laken een pak. Mooi, bijna koninklijk.


Het is een wonderlijk fenomeen en het verbaast me dat nog niemand het heeft opgemerkt. Bij Bulgaren denk ik aan wat morsige, ongeschoren lieden die het niet breed hebben en die vaak een trainingsbroek uit de kringloopwinkel dragen. Ik zeg het met aarzeling, maar ik word daar niet vrolijk van. Maar dan ineens tref ik in de krant, een kwaliteitskrant, het woord Bulgarenfraude aan. Zo kan het dus ook. Weg associatie met ons GoedeDoelenwinkeltje. Hier gebeurt iets. Hier zijn trotse levenskunstenaars bezig hun identiteit uit te dragen, hun lot in eigen hand te nemen. Daar past een trots woord bij: Bulgarenfraude.


Gastarbeiderkinderbijslag, is dat een woord? Nauwelijks. Zet er maar gauw fraude achter, dan hebben we weer wat om over naar huis te schrijven. Bouw, hoe saai wil je het hebben? Ik kom echt mijn bed niet uit als er ’s nachts iemand op de stoep staat en heel hard bouw roept. Lekker laten staan, denk ik dan. Nee, dan bouwfraude, daar maak ik graag op ieder moment van de dag de deur voor open. Prachtig woord. En oud. Lang voor de paspoortfraude en de dopingfraude en de AWBZ-fraude en de nietthuiswonendestudentenbeursfraude was er al de bouwfraude. Niet zo oud als belastingfraude, maar toch ook heel oud. Nog uit de tijd dat elke graaf zijn roofburcht zwart verbouwde, de jeugd nog niet op kauwgum kauwde, de weduwe in zwart nog rouwde en molenaars met zakken sjouwden.


Voordat ik me geheel laat gaan in euforische associaties bij dat verheven achtervoegsel fraude, dat wonderlijke woordje dat stamt van het latijnse woord fraus (wat bedrog betekent, maar daar gaat het nu niet om), moet ik toch ook een waarschuwing laten horen. Op grond van het bovenstaande zal iedere cultuurliefhebber het met mij eens zijn dat we zorgvuldig met het achtervoegsel fraude moeten omgaan. We kunnen er nog veel plezier aan beleven, mits we ons weten te beheersen.


In der Beschränkung zeigt sich der Meister! Te veel fraude leidt tot afstomping. Inflatie. Dan wordt het gewoon. Dooddoener. Dan verdwijnt de opwinding. En laten we eerlijk zijn, dat gevaar dreigt een beetje. We begonnen met een klein testje. Het begint al lastig te worden om iets waardevols te vinden waar geen fraude achter is geplaatst. Er is al vleesfraude, merkenfraude, benzinefraude, VW-fraude, internetfraude, scheidsrechterfraude, orgaanfraude, dopingfraude. Op zich niet verkeerd, maar het moet niet te gek worden. Er is nu ook al zandbakfraude, batchelordiplomafraude, puntenslijperfraude, Noorsesternbroedplaatsfraude, achteruitrij-inparkeersensorfraude, gas- en-olietankerverschrotingssnijmachinefraude en zo kan ik nog wel even doorgaan. Dat riekt naar overdrijving.


Dit zijn woorden die het achtervoegsel fraude helemaal niet nodig hebben. Dit lijkt op een weloverwogen poging om het hele fraudeachtervoegselfenomeen onderuit te schoffelen. Vraag me niet uit welke hoek deze contrareformatie, deze tegenfraude, komt. Als je dan toch iets hebt ontdekt dat zich leent tot sjoemelen, doe het dan zo dat het niet als fraude in de krant komt. Ik gun iedereen zijn eigen oplichterij, lang leve het neo-liberale, sociaal-darwinistische egodenken, daar worden we nu eenmaal samen beter van, maar zorg dat het geen fraude wordt. Laat fraude een beetje elitair blijven. Dat is toch niet te veel gevraagd? Fraudefreude zeggen onze Oosterburen die vanuit een supeieure cultuur veel fraudegevoeliger zijn. Ze hebben gelijk. Daar gaat het om. Anders wordt het bestaan wel erg eendimensionaal.



Espunt, 7 juni 2013