Finito

Kerstverhaal

Kerstverhaal, 7 december 2012

Kerstverhaal



- Finito, sprak God tot zichzelf en hij pakte een biertje.

De behoudswetten werkten en er zaten geen gaten meer in de wiskunde. God voelde zich rechtschapen. Adam Smith en zijn vrouw Eva huppelden door het Paradijs en proefden van de overvloed. Maar omdat je niet kunt blijven huppelen, vlijde Adam zich in het malse gras en zei al vlei/ijend tegen Eva:


- Dit is een waardeloze schepping.


Ai. Dat was even slikken voor God, die alles hoorde.


- Hoe bedoel je Adam?, vroeg zijn vriendin die de overvloed in persoon was.


- Er is hier een groot gebrek aan schaarste. Als ik iets wil pakken, pak ik het.


- Ja, dat heb ik gemerkt, zei Eva. So, what?


- Alleen schaarse zaken hebben waarde.


- So, what?


- Zonder schaarste geen rijkdom.


- Maar we hebben hier toch alles?


- Het voelt niet rijk.


God volgde het gesprek met toenemende zorg. Hij had de mens geschapen naar zijn beeld en gelijkenis. Die mens was ontevreden. Hoe kon hij zelf content zijn?


- Zeg Adam, sprak God, waarom ben je ontevreden over mijn schepping?


- Omdat er geen uitdaging in zit, Heer. Ik verveel me. Uit verveling zijn we gaan verveelvuldigen.


- Vermenigvuldigen, corrigeerde Eva. We hebben alleen de tafel van zeven even overgeslagen.


- Die is inderdaad lastig, zei God. Als jullie alle tafels gehad hebben, kom ik nog wel eens terug. Jullie hebben de tijd, ik niet. En vergeet de zeven niet. Die is heilig.


- Zeg Adam, zei Eva nadat God in rook was opgegaan, als we alles zouden hebben, waren we gelijk aan God. Toch?


- Je hebt gelijk, zei Adam. We missen iets. Schaarste! Ik voel me gelijk een stuk beter. Maar wat?


- Denk eens na.


- Kleinkinderen?


- Adam Smith, ben jij nou zo dom, of ben ik nou zo slim? We missen die appel.


- Dan wil ik die heel graag hebben. Wat kost het?


- Valt mee, klonk een schel stemmetje uit de boom met de appel. Het bleek een slang te zijn. Niet eng, want in het Paradijs leefden slangen van gestampte muisjes.


- Afrekenen komt later wel, lispelde de slang. Veel later. De kinderen van je kinderen, die moeten betalen.


- Hoe dan?


- Wat ben jij voor een econoom? Wat dacht je van geld, en banken.


- En hypotheken zeker? opperde Eva vrolijk.


- Uiteraard, zei de slang. Eigenlijk alles wat nodig is voor een gezonde heblust. Ontevredenheid is de motor van de vooruitgang, vooruitgang voedt de hoogmoed en zonder hoogmoed worden jullie nooit God.

Adam maakte ijverig aantekeningen. Voor zijn nieuwe boek. Hij had al een titel: The health of nations. Eva vond wealth sterker. Dat onderkruipsel had gelijk. Adam for God.


- Kom maar op met die appel, Eva.


Het is 6000 a.p. (After Paradise). De jaarlijkse Kermis der IJdelheden. In alle huizen staan weer de opblaasbomen van Goed en Kwaad. Vol oogverblindende bellen hangen ze. Al weer groter dan vorig jaar. Ze piepen zachtjes. Ze lekken. En het beltegoed is op. Bellen is bubbelen geworden. Voor de beelden van Sint Bonusfatiushebben de kinderen hun versierde, loze creditkaartjes neergelegd. Hopelijk staat er morgen weer wat op. Voor de deur bosjes uitgerukte poten voor de rentedieren die zoals ieder jaar vannacht terugkomen van de Koude Kermis. De zorgen zijn groot. Maar er is hoop. De media staan bol van de geboorte van een bijzonder kind. Er wordt van gezegd dat het alle schulden van mensheid op zich zal nemen.


Krediet in unum Deum.


Espunt, 7 december 2012