Oostland

Kort verhaal, 29 januari 2017

Oostland



Op 8 februari 2017 verschijnt onze vierde verhalenbundel. Die ‘ons’ is een wat fluïde verzameling welwillende amateurschrijvers die geen van allen alle hoop hebben laten varen. Bij het verschijnen van onze eerste bundel in 2014 hebben wij de staccato uitgesproken, betoverende, woorden van onze hoofdact, Kader Abdollah, diep in ons opgezogen. Essentie: blijf dromen. Dromen van het boek dat alle andere boeken overbodig maakt.


Al dromend zijn we nu bij bundel nummer 4 aangekomen. Het aardige van nummer 4 is wel dat we nu ook mogen rekenen op een nieuwe doelgroep: de verzamelaars. Die lezen wellicht ook nog, maar de belangrijkste opgave van de verzamelaar is dat hij een verzameling opbouwt, en compleet houdt. Behalve inspiratie en vakmanschap moeten wij nu dus ook zorgen voor continuïteit.


Wij stelden ooit vast dat wij een schrijverscollectief waren. Omdat wij doorgaans bijeenkomen in de Bibliotheek Oostland lag het voor de hand dat wij ons collectief de naam Oostland Literair gaven. Het aardige was dat niemand van ons collectief een duidelijk beeld had (en heeft) bij dit Oostland. Het was uiteraard onze intellectuele eer te na om bij de dames van de uitleenbalie te gaan informeren waar de toevoeging Oostland in Bibliotheek Oostland vandaan kwam.


En dus hielden wij ons groot, ook tegenover elkaar, en veinsden dat wij niet beter wisten dan dat we ons hele leven al in het Oostland woonden. Dat wij ermee vergroeid waren. Volgens sommigen was er zelfs sprake van een geheel eigen Oostlands dialect, dat voor vreemden nauwelijks te verstaan was. En ook de klederdracht had de Oostlander lang onderscheiden van de Westlander, de Noordlander en niet te vergeten de Zuidlander. De Oostlander stond, volgens sommigen uit ons collectief, bekend om zijn koppige karakter, zijn opvliegende aard en zijn grenzeloze energie waarmee hij in een ver verleden de Oostzee had drooggelegd om er met bloed, zweet en tranen weidegebied uit te boetseren. Dat titanengevecht met de elementen had zich genesteld in de Oostlandse volksaard en was al eeuwenlang de creatieve bron waaruit Oostlandse schrijvers putten voor hun meeslepende vertellingen. Ja, wij stonden op de schouders van reuzen! Dat besef zorgde voor collectieve ontroering en respectvolle bescheidenheid.


Onze nieuwe bundel (nummer 4 al weer!) verschijnt rond Valentijn. De lezer zal begrijpen dat dat geen toeval is. De titel mag ik nu wel verklappen: Passievol! Als die geen gezonde nieuwsgierigheid gaat opwekken.


Wij zijn een losse verzameling individualisten die zich, gelijk een zwerm spreeuwen die belaagd worden door een valk, spontaan organiseren als zich op enig moment de kiem van een nieuwe bundel manifesteert. Een wonderlijk fenomeen waar ik nu niet verder op in zal gaan. Bundel nummer 4 redt zich wel, daar ben ik niet bang voor. Daarom wil ik nog even stilstaan bij dat wonderlijke stukje vaderland dat bekend staat als Oostland. Want wat wil het geval. Vanuit onze anarchistische aard, typisch Oostlands!, is in de loop van de tijd toch een zekere, pragmatische organisatiestructuur gegroeid. Het bleek toch wel handig als er iemand was die zorgde dat bepaalde afspraken werden nagekomen en dat ereen zekere geldstroom op gang kwam. Aanvankelijk werd op kosten van Bibliotheek Oostland vrolijk samengekomen, maar telkens weer bleek de volgende bijeenkomst het effect van eerder overleg nul, niente, nada. Pas toen N. (in het licht van het voorgaande is N. ook symbolisch sterk) zich tot leider ontwikkelde en ook als zodanig werd geaccepteerd, kwam er vaart in de zaak. Groot was dan ook de verslagenheid toen N. onlangs meldde dat hij ging verhuizen. N. had iets aantrekkelijks gevonden in Duitsland. Hij verheugde zich zeer op zijn nieuwe woonplek. Maar, en daar had je het weer, eens een Oostlander altijd een Oostlander, N. zou het zeer waarderen als hij ook na zijn verhuizing lid kon blijven van Oostland Literair.


Daar waren we snel uit. Zonder N. lag de zaak binnen de kortste keren op zijn gat, daar twijfelde niemand aan, dus mocht N. mee blijven doen. Sterker nog, hij moest mee blijven doen, maar dat zeiden we natuurlijk niet hardop. De draai die we er aan gaven was opnieuw een voorbeeldje van de speelse Oostlandse inborst die al zo vaak de hechte gemeenschap door de zwartste periodes had heen gesleept. De verhuizing van N. naar Duitsland, zo stelden wij vast, moest begrepen worden als een uitbreiding van het Oostland in oostelijke richting. Een volstrekt logische visie omdat uitbreiding van het Oostland in westelijke richting onherroepelijk spanningen met het Westland zou opleveren. Maar naar het oosten lag voor ons de wereld open. Go east, young man, hielden we N. voor. Wij herhaalden deze oproep in het Duits en het Oostlands en het was opvallend hoe verwant beide talen klonken. N. voelde zich blijvend verbonden met ons collectief en voelde zich al evenzeer gesterkt in de keuze die hij had gemaakt voor zijn nieuwe woonplaats.


Dit zou een mooi slot geweest zijn aan dit relaas van een gedenkwaardige episode in het literaire leven van het Oostland ware het niet dat ik langzaam maar zeker toch de behoefte voelde opkomen eindelijk eens wat meer te weten te komen van dat zo bejubelde Oostland. Want eerlijk gezegd zei het me nog steeds niets. Maar dan ook echt niets. Mijn eerste googelactie bracht me in IJsland. Daar bestaat een regio Oostland die vooral bekend is van de Vatnajökull, de grootste gletsjer van Europa. Van deze vondst bleek uiteindelijk alleen het woordje regio bruikbaar. Want het werd me langzaam duidelijk dat Oostland een uitvinding is van de ondernemers in Lansingerland, ook al een naam waar tot voor kort nog nooit iemand van had gehoord. De gemeente Lansingerland is de bundeling van Bleiswijk, Bergschenhoek en Berkel en Rodenrijs. Daar werd men zenuwachtig toen de verschillende gemeentes in het Westland samen de gemeente Westland hadden gevormd. Daar werd de concurrent (vooral tuinbouw) wel erg machtig. Omdat Lansingerland niet groot genoeg was om een vuist te maken werd Pijnacker-Nootdorp, nog niet zo lang geleden (vóór 2002) de gemeentes Pijnacker en Nootdorp (mijn woonplaats), aan de club toegevoegd. Samen de regio Oostland, met een jaarlijkse Oostlanddag, een marathon, een RABO-Oostland en een bibliotheek. En als het aan de ondernemers ligt, moet dit alles zo snel mogelijk één gemeente worden. Dat er vergevorderde plannen zijn om Oostland naar het oosten uit te breiden zal ze als muziek in de oren klinken.


Opmerkelijk? Zeker. Maar hier blijft het niet bij. Want regio’s zijn erg populair en je kunt ze gewoon zelf bedenken. Een status heeft de regio niet. Dus kom je ook de Regio Delft – Westland – Oostland en de Regio Delft Westland Oostland & Nieuwe Waterweg Noord tegen. Trouwens, de gemeente Pijnacker-Nootdorp maakt deel uit van de Stadsregio Haaglanden en de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Weet de burger dit allemaal, of doet men maar? Wat staat hierover in de verschillende verkiezingsprogramma’s? Is deze regiosoep wel eens aan een raadgevend referendum onderworpen?


Kan de lezer het fluïde schrijverscollectief Oostland Literair nog serieus nemen nu ik dit allemaal openbaar heb gemaakt? Had ik beter kunnen zwijgen? Maar wie zit er te wachten op een zwijgende schrijver? Wij leven in onzekere tijden dat staat vast. Maar dat mag de schrijver er niet van weerhouden de inktbeker tot op de bodem te legen.


Espunt, 29 januari 2017