Het Laatste Getuigenis en Verder

23 februari 2024


HP De Tijd, editie februari 2024.

Tijden vol verwarring





Nederland teruggegeven aan de zee


Op de ochtend van een dag, waar niemand iets bijzonders in verwachtte, werden de inwoners van alle grote hoofdsteden opgeschrikt door de vetste koppen, die hun kranten maar konden opzetten.

                In Londen: Dutch people struck with madness!

                In Parijs: Une folie générale s’empare du peuple hollandais!

                In Berlijn: Sämtliche Holländer über Nacht verrückt geworden!

In Amsterdam verschenen geen kranten die dag. Daar verscheen het zeewater, ingestroomd over de van rijkswege doorgestoken dijken en van de daken en balcons door de hele bevolking jubelend begroet. Op de eerste golf voeren de ministers binnen op een platboomde praalpraam, wuivend met hun bevederde steken, als was het oorverdovende gejuich een geur, die ze met wellust zich toewaaierden.

 

Belcampo


Zo begint “Het laatste getuigenis”, één van de vele wonderlijke en leerzame verhalen die Herman Pieter Schönfeld Wichers (1902 – 1990) ons heeft nagelaten. Hij schreef het in 1939, de publicatie in de bundel "Nieuwe Verhalen" volgde in 1946. Wij hebben hem leren kennen onder het pseudoniem Belcampo waarin we moeiteloos zijn naamsdeel Schönfeld herkennen.


Hoe gek kan het gaan? Waar komt al die waanzin toch vandaan? Laten we eerlijk zijn, de wereld is altijd een gekkenhuis geweest en het wordt er bepaald niet beter op. “Wie lacht niet, die de mens beziet?” hield vader Cats ons al voor. “Lof der Zotheid,” schreef Desiderius Erasmus op. Wij zien onszelf graag als rationele wezens die zich laten leiden door de wetten der logica. Maar diep in ons hart, daar waar de emoties, de verlangens, de angsten huizen, weten wij natuurlijk dat we beheerst worden door krachten en neigingen die we hooguit later, als het al te laat is, zonder veel overtuiging een logisch sausje proberen te geven.



De ratio is ook niet alles

Wij van de menselijke soort leven in de wankele overtuiging dat we met rede begaafde wezens zijn die zich onderscheiden van de rest van de schepping. Ons vermogen tot logisch redeneren, bewust handelen, planmatig opereren, wetenschappelijk denken, ze maken ons uniek en daar zijn we trots op. Wij leren, kijken vooruit en maken keuzes. Wij hebben een vrije wil. We zijn dus ook nog verantwoordelijk voor onze daden en voor het nalaten daarvan. Ga er maar aanstaan! Niks geen gekkigheid! Wij hebben het allemaal op een rijtje. En wie dat niet heeft, hoort er niet bij, moet geholpen worden of opgesloten. Dat wil zeggen, zo zien we het graag. Helaas is de praktijk vaak anders. Heel anders.


Als je even verder denkt, wie begint daar nog aan?, kan er zo maar met een heel ander verhaal op tafel komen. Al dat "andere" leven, dat breinmatig wat primitiever is, opereert misschien wel veel minder gestoord dan wij. Gewoon, als automaten. De een wat simpeler dan de ander. Maar je kunt ze eigenlijk niet echt gek verklaren. Ze reageren op hun omgeving volgens een vast patroon. Misschien een beetje saai maar ze weten niet beter. Ze weten niet beter. Wat is beter? De loterij van de evolutie beslist. Maar ook zonder verstand. Nou goed dan, een beetje verstand. Dat verstand brengen wij in, gokje op de evolutionaire flipperkast. Zij weten niet beter, en wij? Weten is in dit geval misschien wel een volstrekt verkeerd begrip. Zij vieren geen carnaval, kennen geen complottheorieën, het zal ze een worst zijn of de Aarde wel of niet plat is, ze gaan niet ter kerke, bakken geen eieren, plakken geen banden, schrijven geen gedichten, doen niet aan wintersport, kortom, ze laten Gods water over Gods akker lopen zonder angst voor een komende Acopalyps. En zonder een uitgesproken godsbesef, Ze handelen puur logisch zonder enig begrip van hun dwangmatigheid. Die zit immers verborgen in hun algoritmen.

Nee dan de mens! Laten we daar eens over hebben.


Als jochie woonde Belcampo in Rijssen. Hij schrijft in Het Laatste Getuigenis:


Oom Gait

Het is begonnen bij mijn oom na de onafhankelijkheidsfeesten in 1913. Oom Gait was de plaatselijke omroeper en tevens nachtwaker bij het wasgoed op de Wijerd. Hij maakte de dingen per bekkenslag bekend, naar zijn bekken noemden ze hem Gait met de Panne, en behalve dit alles leek hij ook nog sprekend op Napoleon. Dit laatste is het Nederlandse volk noodlottig geworden. Men kon zeggen dat hij evenveel op Napoleon leek als Napoleon zelf en wie het gewaar werd moest hier wel bloedverwantschap aannemen. De Keizer was immers ook in Holland geweest en het was bekend, dat hij vrouwen even gemakkelijk overwon als legerscharen.

De Oranjevereniging van Rijssen besluit om bij gelegenheid van het eeuwfeest van de onafhankelijkheid van de Franse bezetter op de Koninginnedag van 1913 eens flink uit te pakken. Hoogtepunt: een historische optocht met in de hoofdrol: Keizer Napoleon, lees oom Gait met de Panne. De jonge Belcampo die in een lantarenpaal was geklommen om niets te missen:


Was dat oom Gait? Wat een luister omstraalde zijn voorhoofd, wat een diepte bereikte zijn blik als hij aankeek, en dat heeft hij mij gedaan; hij zag mij zitten in de lantarenpaal en hij herkende mij en het was of hij op ’t zelfde ogenblik taxeerde voor een toekomstig koningschap van Napels of Westfalen. Ik was toch zijn neef.

Dat was een kwart seconde, die ik nooit meer zal vergeten. Naast zijn paard aan beide kanten gingen de lijfmamelukken, Mohamed en Roustan… Dan kwam de generale staf, de maarschalken, bepluimd en de borsten bont van ridderoren, speels in den zadel.


Het is een enorm spektakel. Het hele napoleontische leger in al zijn facetten komt langs. Later wordt duidelijk dat er een paar dagen eerder al een wonderbaarlijke geest in oom Gait was gevaren. Bij het passen van de steek voltrok zich een metamorfose. Oom Gait werd Napoleon en hij begon onmiddellijk de leiding te nemen en bevelen uit te vaardigen. Alle commissieleden werd gesommeerd hun uniform aan te trekken, waarna inspectie volgde. Op verscheidene had hij wat aan te merken. Belcampo gaat verder:


Ja, het geheel moet een treffende gelijkenis hebben vertoond met een krijgsraad gedurende een veldtocht, en vooral toen de plattegrond van Rijssen op tafel werd uitgespreid en mijn oom voor de ogen van zijn generaals de weg die de optocht zou nemen, aangaf…

Na de optocht bijeen voor een nadronk in het logement “De Kroon” sprong oom Gait op een zeker moment op het biljart en richtte daarvandaan een gloeiende toespraak tot de stampvolle zaal, met de steeds herhaalde strekking: Twente los van Nederland. Geschraagd door de kapitalen van de textielmagnaten moesten alle Twentenaren en Twentenaressen één gesloten blok vormen en onder zijn leiding oprukken naar Den Haag, het beleg slaan voor die plaats en pas aftrekken wanneer twee eisen waren ingewilligd: onafhankelijkheid van Twente en een paar dichtbevolkte Indische eilanden als afzetgebied voor de katoentjes.


Originele denkers krijgen de ruimte

Het ging daarna lelijk bergafwaarts met oom Gait die steeds extremer gedrag was gaan vertonen. En op een avond werd hij door twee marechaussé ’s afgevoerd naar een krankzinnigengesticht. Tegen de bewakers deed hij alsof het zijn lijfmamelukken waren. Na verloop van tijd ontdekt de jonge Belacampo, dan in Amsterdam, dat er op allerlei plaatsen volksfeesten worden georganiseerd met de figuur van Napoleon als ster. Sterker nog, het blijkt telkens opnieuw dat oom Gait daarvoor wordt ingeschakeld. Wat bleek: oom Gait werd regelmatig door de directeur van zijn gesticht uitgeleend. Waarom niet? Het bracht waarschijnlijk wat in het laatje, de zenuwzieke leefde zich uit en de mensheid had er nog wat aan. Belcampo aan het woord:


Ethische bezwaren hebben psychiaters en psychoanalisten natuurlijk niet, ethica is hun een middeleeuws begrip en trouwens, om gekken te kunnen genezen, moet je die weg zelf ook een eind kunnen opgaan.

Maar het bleef niet bij Napoleons. Ook in andere gastrollen traden nieuwe, uitstekende acteurs op, het toneel werd er hoe langer hoe meer mee overstroomd en beleefde onverwachte bloei. Naar de kerken was weer toeloop, want een nieuwe generatie bevolkte de spreekgestoelten en verkondigde het evangelie inniger en meeslepender dan ooit te voren, het economisch leven werd gezond gemaakt doordat tal van bedrijven zich lieten reorganiseren door organisatoren die er zo maar waren; politieke redenaars van onweerstaanbare welsprekendheid gaven het staatkundig leven een nieuwe impuls, ja het scheen, of een regen van bekwame mannen op Nederland was neergedaald. In de kranten juichte men over een algemene culturele opleving….

In groeiende ontsteltenis spiedde ik naar de hoogste posten in den lande en ook daarin drongen ze door. De snelheid waarmee dit alles zich voltrok en die mij eerst verbaasde, begreep ik later ook: het regeren was in deze wereld langzamerhand zo moeilijk geworden, dat een toerekenbaar mens de verantwoordelijkheid ervan onmogelijk meer kon dragen. Alleen mensen, die niet weten wat ze doen, waren nog in staat een land te regeren.


Het liep uit de hand. Volledig. De gekkenhuisdirecteuren hadden de zaak niet meer onder controle. De waanzin was een macht geworden. Het verblijf in een krankzinnigengesticht werd een aanbeveling. Het gekkenhuis werd het voorportaal van de departementen. Wie gek was werd geëerd. Wie goed was en toch geëerd wilde worden, deed of hij gek was. En het volk meende dat alles op rolletjes liep.


En dan de apotheose. De bestuurders zijn van mening dat Nederland de zee van zich heeft vervreemd. Er komt een verzoeningsfeest. Alle dijken worden doorgestoken. Zie het begin van deze tekst voor het slot van deze volkswaanzin.



Biologie maar vooral de memen

Hoe kan een groep, een volk, zo in de war raken? Dat heeft veel, zo niet alles te maken met het feit dat de mens, door zijn bijzondere constitutie een tweede evolutiemechanisme mogelijk heeft gemaakt. Naast de biologische evolutie, gestoeld op genetische variatie en selectiedruk, heeft de mens te maken gekregen met culturele evolutie : het ontstaan, verspreiden en concurreren van memen. Memen zijn de bouwstenen van onze cultuur, onze gewoonten, onze ideeën. Ze ontstaan in breinen, verspreiden zich door kopieergedrag en communicatie van brein naar brein en kunnen, veel sneller dan door biologische evolutie, aanzienlijke veranderingen in het menselijk bestaan teweegbrengen. Internet heeft de verspreiding een enorme versnelling bezorgd.


Er zijn “beperkte” memen, maar ook hele omvangrijke, zoals een staatssysteem. Neem de democratie. Waanzinnig belangrijk. Staat onder druk. Moet met alle kracht verdedigd worden. Heeft de potentie van een winner, maar is niet onkwetsbaar. Hierna hoe het mis kan gaan. Stephen Pile beschrijft het in zijn boekje “De onsterfelijke blunders keren terug” onder de titel: De meest zinloze verkiezingen.


Het kan raar lopen

Het ideaal van de tussentijdse verkiezingen waarbij geen der kandidaten ook maar één stem haalt, is nog steeds niet bereikt. Maar de grote verkiezingsstrijd van 1816 in Gatting komt een flink eind in de goede richting.

Het district telde slechts drie kiezers: Sir Mark Wood, zijn zoon (die vermist was) en de butler Jennings. Alles was pais en vree tot Sir Mark zijn zoon kandidaat stelde als lijsttrekker van de conservatieve Tory’s. Na een ruzie met zijn baas weigerde de butler zijn kandidatuur te steunen en gaf in een weerspannige bui te kennen om zichzelf kandidaat te stellen voor de liberale Whigs, waarop Sir Mark weigerde hem te steunen..

De perfecte tussentijdse verkiezingsronde waaraan geen stemmen, kiezers of kandidaten te pas kwamen, leek in zicht. Het volgende resultaat kwam uit de bus kwam:


Mark Wood junior afwezig 1 (Tory’s)

Jennings 0 (Whigs)


Het waren de eerste en de laatste verkiezingen die in dit veelbelovende district zijn gehouden. De zetel voor Gatting werd in 1832 opgeheven. Het verlies voor de Britse politiek valt met geen pen te beschrijven.


Ik vraag me af of dit in de categorie blunders thuishoort. Je kunt ook oordelen dat hier een kleine populatie getracht heeft zijn burgerplicht te vervullen.


Memen kunnen voor veel schade en onzin zorgen maar ook in de meemloze dierenwereld zijn de risico’s voor totale en vernietigende sociale ontregeling niet uitgesloten.


We stappen nu over van Belcampo naar de onderzoeker John Bumpass Calhoun.



Het muizenuniversum van John Bumpass Calhoun



John B. Calhoun in het door hem ontworpen muizenutopia waarin hij de opkomst en ineenstorting van een muizensamenleving bestudeerde. Op de bodem ontheemde jonge mannetjes, aan de bovenrand de vrijgezellen vrouwtjes.


In het begin van de jaren zeventig werd door de Unit for Research on Behavioral Systems onder leiding van John B. Calhoun een opmerkelijk experiment uitgevoerd (vervolg op een reeks verwante experimenten). Essentie: wat gebeurt er in een welvarende muizensamenleving als de bevolkingsdichtheid voortdurend toenemend. Hoewel mensen geen muizen zijn, is er wellicht toch enige lering te trekken uit de ervaringen van John Bumpass Calhoun.


Calhoun bestudeerde het effect van overbevolking op de geestelijke gezondheid aan de hand van een zich in alle vrijheid ontwikkelende muizenpopulatie. Hij bouwde daartoe een experimenteel muizenuniversum, een fysiek en sociaal gesloten systeem, een soort utopia voor de muizen omdat er voedsel in overvloed was, terwijl ze niet belaagd werden door hun natuurlijke jagers en ook niet bang hoefden te zijn voor epidemische ziekten.


Het experiment begon met 8 muizen, die in een wereld werden geplaatst die ruimte bood aan minstens 3000 individuen. De eerste fase van de ontwikkeling werd gekenmerkt door een aanpassing aan de omgeving en een zekere territoriale verdeling. En uiteraard kwam de vermenigvuldiging op gang. Bij een bevolkingsaantal van 22 trad een abrupte fase-overgang in. De bevolkingsgroei nam af naar een verdubbelingstijd van 60 dagen. Volwassen muizen begonnen de totaal beschikbare ruimte te exploiteren. Hoewel het muizenuniversum was opgebouwd uit een aantal identieke segmenten, die elk dezelfde mogelijkheden boden voor het verkrijgen van voedsel en water, werden ze opmerkelijk genoeg niet in gelijke mate benut. Naarmate de populatie groeide, bleven bepaalde locaties aantrekkelijker dan andere. Die aantrekkelijkheid werd blijkbaar positief beïnvloed door de aanwezigheid van andere muizen, waardoor bepaalde locaties overbevolkt raakten.


Hoewel bijna de helft van de leefeenheden nauwelijks werd benut, raakten bepaalde andere eenheden zo overbezet dat sommige muizen er zelfs door verstikt raakten. Na 315 dagen waren er 620 muizen en trad een nieuwe fase-overgang op. Er trad stagnatie in en de verdubbelingstijd sprong naar 140 dagen. Dit bleef zo tot de muizenwereld 2200 inwoners telde. Bij het begin van deze nieuwe fase telde de bevolking drie jonge muizen op elke volwassen muis, een verhouding die sterk afwijkt van die in de vrije natuur. Het wezenlijke probleem voor de muizen in deze fase was kennelijk dat er weliswaar talrijke jonge muizen getraind werden om hun sociale rol als volwassene te vervullen, maar dat er in de sociale groepen, die zo'n 150 muizen omvatten, geen taak voor hun was. Er waren er gewoon te veel om op een natuurlijke wijze te integreren in de muizensamenleving. Grote aantallen werden dan ook door deze groepen verstoten.


De overbodige muizen begonnen zich op te hopen in de openbare ruimte van de muizenwereld. Zij trokken zich fysiek terug door zich inactief te gedragen en sociaal door die plaatsen op te zoeken, die het minst bezocht werden door muizen met een hogere sociale status. Sporadisch was er sprake van een uitbraak van ogenschijnlijk doelloos geweld onder deze verstotene, en talrijke muizen liepen ernstige wonden op omdat ze geen vluchtpogingen ondernamen als ze werden aangevallen. Terwijl deze groep desocialiseerde, bleven hun sociaal levende soortgenoten jongen voortbrengen.


Onder de stress van het verwerpen van jonge volwassenen verloren de territoriaal opererende mannetjes geleidelijk hun vermogen om hun ruimte te beschermen en te verdedigen. Daarop werden de vrouwtjes allengs agressiever en begonnen hun jongen eerder te verstoten dan in de vrije natuur. De ineenstorting van het territoriumgedrag van de sociaal levende mannetjes en de daarop volgende ineenstorting van de moederzorg, leidden tot het ontstaan van een groep muizen, die bij hun geboorte al verstoten waren en derhalve geen enkele sociale vaardigheid hadden verworven.


Deze groep van zo 'n 1600 muizen werd fysiek wel volwassen, maar toonde geen enkel normaal sexueel of agressief sociaal gedrag. Na 560 dagen bereikte de muizenwereld de stervensfase. Het sterftecijfer begon het geboortecijfer te overtreffen. De bevolking telde 2200 leden en er was nog geen sprake van fysieke schaarste in de zin van tekorten aan voedsel, water of schuilmogelijkheden. Er was sprake van een sociaal uitstervingsproces. Sommige wijfjes brachten nog jongen voort, maar bekommerden zich daar verder niet meer om. Ander normaal sociaal gedrag was vrijwel verdwenen. Sociaal aangepaste dieren maakten plaats voor soortgenoten met alle mogelijke afwijkingen. Het complexe gedrag, nodig voor het overleven van de soort, in de zin van het verwerven van een partner, de paring en agressie, waren totaal verstoord door het verdwenen vermogen van de bevolking om sociaal geïntegreerde groepen te formeren. De muizenwereld was ten dode opgeschreven temeer omdat het hele proces onomkeerbaar bleek. Een groep volwassen muizen, die reeds in de tweede fase in een nieuwe habitat werd geplaatst, bleek niet in staat om zich sociaal te herstellen.


Zijn toenemende individualisering, massawerkloosheid, drugsgebruik, normvervaging en criminalisering tekenen, die wijzen op sociale desintegratie ? Het is natuurlijk makkelijk om de betekenis van dergelijk onderzoek voor de situatie van de mens in twijfel te trekken. Anderzijds hebben we niet de tijd om rustig af te wachten of de mensheid mogelijk ook in zo'n stervensfase terechtkomt. Drie jaar in de muizenwereld komen overeen met 150 mensjaren. De les van dit verhaal is dunkt me, dat sociale desintegratie het voortbestaan van de mensheid mogelijk al eerder kan bedreigen dan fysieke tekorten.

Sommigen hebben gesuggereerd dat juist de overmaat aan interactie (en prikkels) voor de gedragsproblemen zorgen. Is dat misschien de essentie van de vervanging van fysiek contact door schermcontact die we nu op grote schaal om ons heen zien? Of is dit een bron van extra interactie waardoor het sociale brein verder onder druk kom te staan en afwijkend gedrag in de hand werkt?


Of leven we misschien wel in een te beschermde omgeving. Missen we een gezonde dosis fysieke (in)spanning?

De druk van de snel groeiende muizenbevolkingsdichtheid maakte op een zeker moment een “normaal” muizenbestaan (eerdere experimenten met ratten gaven vergelijkbare uitkomsten te zien) onmogelijk. Volwassen muizen vonden geen partner meer of een plek in de samenleving, ons equivalent van “echtgenoot en baan, of een betekenisvolle rol”. Ongebonden vrouwtjes trokken zich terug in hoge “afgelegen” nestruimtes, waar ze ver van hun familieleden solistisch leefden. Opgeschoten mannetjes verzamelden zich op de bodem, in het centrum van hun universum, nabij het voedsel, waar ze elkaar regelmatig opgefokt aanvielen. Overspannen vaders en moeders waren voortdurend in de weer om hun nesten te verplaatsen, weg van ongewenste buren. Zwaar gestrest werkten ze hun jongen vaak te vroeg het nest uit.

Een partner en een baan, lees inkomen, ook voor de mensenmuis ooit een redelijke basis voor een stabiele relatie. Maar al lang niet meer.


Calhoun was zo verstandig om de vergelijking tussen mens en muis sterk te relativeren. Er was zeker reden tot zorg. Ook in de mensensamenleving kon afwijkend gedrag gaan toenemen. Mij dunkt dat daar verschillende aanwijzingen voor zijn. Maar de mens is geestelijk veel flexibeler dan de muis en is minder een willoos slachtoffer van zijn zelf gecreëerde lot. Hij en zij kunnen zich aanpassen en op zoek gaan naar minder extreme leefomstandigheden. Voorlopig is het nog wel de vraag of we deze uitdaging helder op ons netvlies hebben staan. We hebben al zoveel uitdagingen op ons lijstje staan. Jazeker, en dat is zeer zorgelijk. Nog meer psychologen en psychiaters lijkt mij niet de juiste weg. En iedereen een coach klinkt mij als de definitieve overgave in de oren. Laten we nu eerst eens proberen ons gezonde verstand te gebruiken, misschien toch eens terugkijken hoe de mens het tot nu toe heeft volgehouden en daar met ons unieke mensenbrein een paar verstandige conclusies uit trekken. De eerste zou volgens mij moeten zijn dat we niet goed bezig zijn. We blazen niet alleen de wereld maar ook onszelf op. Maar we zijn geen muizen. Dat moet toch een positieve gedachte opleveren.


Het kan altijd nog erger


De radicaal-feministische actiegroep Paarse September bestond maar kort maar zorgde wel voor veel ophef.





In september 1972, in dezelfde periode dat Calhouns muizenutopia instortte, werd in Amsterdam de radicaal-feministische beweging Paarse September opgericht door Maaike Meijer, Anja Meulenbelt en Hedy d’Ancona. De naam refereerde enerzijds aan de Palestijnse terroristengroep Zwarte September, en anderzijds aan de verkleuring van de (homo)kleur roze, naar purper, naar paars - hetgeen gebeurt als men zich boos maakt. Paarse September maakte naam door in het eerste nummer van hun krant te beweren dat feministes die heteroseksueel bleven geen echte feministes waren, en zelfs als anti-feministisch beschouwd konden worden. Zij pleitte tegen heteroseksualiteit als norm en beargumenteerde dat lesbisch zijn in feite een politieke keuze is. Ook de stelling dat alle vrouwen lesbisch zijn, maar dat een deel dat nog niet beseft, was opmerkelijk. Ik herinner me nog de reacties van vrouwen van buiten Amsterdam die volstrekt in verwarring waren. Zij kregen te horen dat ze hun man als vijand moesten beschouwen en zeker niet met hem naar bed moesten. Er zijn huwelijken op een akelige manier door gestrand.


Sommige memen kunnen voor veel ellende zorgen. Na de consternatie rond MeToo is dit idee van de man als vijand weer actueel. Radicale feministes hebben er geen moeite mee om toe te geven dat ze mannen als overbodig afval (trash) beschouwen en ze gewoon haten. In zo’n klimaat kun je natuurlijk op een reactie wachten, in dit geval van mannen en van Trad Wives (Traditionele Vrouwen). Het chagrijn is groot, het leed is aanzienlijk en het wordt er op deze manier niet socialer en leuker op. Het noteren van deze problematiek is zelfs niet geheel zonder risico.


Er woedt een heftige strijd op de sociale media. In de VS, maar ook in andere "ontwikkelde" landen wordt de afstand tussen mannen en vrouwen bedenkelijk. Een opmerkelijke ontwikkeling, de oude nieuwe wereld op zijn kop. Vrouwen worden steeds liberaler, mannen steeds conservatiever. Mannen zoeken de stabiliteit van huwelijk en gezin, vrouwen de vrijheid van ongebonden partnerschap, carrière en een oppas voor het surrogaatkind: het huisdier. De discussies zijn heftig. Een reactie op YouTube:


Women of today, choose Society over Biology - “America will never be destroyed from the outside. If we falter and lose our freedoms, it will be because we destroyed ourselves.” -- Abraham Lincoln


Sterker nog, ze gaan uit van het idee dat je niet als vrouw wordt geboren maar tot vrouw wordt gemaakt. Alles sociale constructie. Dat ze met transvrouwen moeite hebben valt te begrijpen. Als een biologische jongen als jongen wordt opgevoed, maar vroeg of laat toch tot de overtuiging komt dat hij zich in essentie een vrouw voelt dan kun je dat gevoel moeilijk aan de opvoeding wijten. Dat wringt een beetje met alles is "nurture". Samenleven is zeker niet makkelijk, maar als we het niet meer proberen is het einde verhaal. Met alleen IK gaan we het niet redden. Sterker nog, het mag geen toeval meer heten dat zoveel jonge mensen in psychische nood verkeren. Niet meer weten hoe het verder moet. En dat is niet alleen een gevolg van de klimaatcrisis.



Volkse wijsheid

Jaap Torenaar verzamelde gezegdes uit het volk en bracht ze naar buiten in twee delen: “Mijn moeder zei altijd” en “Mijn vader zei altijd”. Uit het laatste boekje enkele volkswijsheden aangaande liefde en relaties:


Als meisje kreeg ik deze raad van mijn moeder: “Trouw er maaréén met geld, want ruzie krijg je toch…”


Mijn moeder zei soms over relaties: “Iets goed houden is moeilijk, iets goedmaken veel moeilijker.”


“Zijn succes dankte hij aan zijn eerste vrouw, zijn tweede vrouw aan zijn succes.” Mijn opa kende carrièremakers waarvoor dat gold.


Als mijn opa op een bruiloft was, zei hij vaak over het bruidspaar: “Als hij haar behoedt voor armoede, zal zij hem behoeden voor rijkdom”.


Kortom, ideaal wordt het nooit, maar met een beetje volkse wijsheid kom je in het leven een heel eind. Droom van prinsen en prinsessen, maar sta vooral met een goed gevoel op.


Gerard van de Schootbrugge, 23 februari 2024

De Russische editie van Orwells toekomstroman 1984. Opmerkelijk omdat de Sovjet-Unie onder leiding van Stalin model stond voor deze lugubere dystopie. Maar in 1984 was men een eind op weg om de herinnering aan Stalin uit te wissen. Er kwamen betere tijden aan, hoopte men. Nu veertig jaar later weten we beter en kunnen we weer lessen gaan trekken uit het optreden van een nieuwe generatie Big Brothers! 


Naschrift

"Jij hebt geen waardering voor de Nieuwspraak, Winston," zei hij bijna droevig.

"Zelfs wanneer je het schrijft denk je nog in de Oudspraak. Ik heb een paar van de stukken gelezen, die jij zo af en toe in de Times schrijft. Ze zijn wel goed, maar het zijn vertalingen. In je hart zou je liever vasthouden aan de Oudspraak, met al haar vaagheid en zinloze nuances in betekenis. Jij vat de schoonheid van de woordvernietiging niet. Weet je wel, dat de Nieuwspraak de enige taal ter wereld is, waarvan de woordenschat elk jaar kleiner wordt?"

( George Orwell, 1984, geschreven in 1946 - 1948, verschenen in 1949)