Een beetje gedekt graag

Kort verhaal van mijn kappershistorie

12 maart 2023

1945, Bij mama op schoot uitkijkend over het schoolplein van de Huygensschool. Vanaf de overkant hielden Wil en Jopie Beerthuizen mij scherp in de gaten om te zien of ik al weer aan een rondje wandelwagen toe was. De periode herenkapper lijkt hier nog heel ver weg. Maar op nog geen 50 meter afstand is Kapper Veldkamp er al helemaal klaar voor.


Jarenlang wandelde ik enkele keren per jaar naar kapsalon Angelina om me te laten trimmen. Mijn relatie met Angelina was complex. Tegen de tijd dat mijn directe omgeving de druk begon op te voeren, verscheen zij in mijn dromen als de Engel der Wrake. Angelina zonder schaar was een leuke vrouw waar ik van onder de zwarte cape gezellig mee kon babbelen. Nog een kopje koffie? Met schaar werd de diepere zin van het leven met, met een beetje of geheel zonder haar me pas echt duidelijk.


Op een beperkt aantal momenten in het jaar werd de periodieke gezinsstuwing zo verpletterend dat er geen ontsnapping meer mogelijk was. Pap, dit kan echt niet meer. Pap, je ziet er straks weer zoveel jonger uit. Hier, de telefoon, Angelina. Heb je dan al gebeld? Doe niet zo onnozel. Maak nu maar een afspraak.

En zo kon het telkens weer gebeuren dat ik vol gevoelens van weerstand maar uiteindelijk toch onmachtig en met een bezwaard gemoed Het Pad der Verdoemenis betrad, me onderweg beradend op de aanwijzingen die ik Angelina nog kon geven opdat mijn mentale schade binnen de perken zou blijven. Ik kwam nooit verder dan: “Er mag flink wat af, maar wel alles een beetje gedekt houden”. Angelina begreep mij. Zij wist dat ik krachtig opscheren, juist omdat het weer in de mode was gekomen, onverdraaglijk vond. Ik was in mijn jonge jaren net iets te veel opgeschoren. Wij straatjochies waren toen nu eenmaal schorum.

Astronaut


Ik had me net bevrijd van mijn ongeschoren universiteitsmilieu, zo eind jaren zeventig, en had een baan aanvaard met representatieve aspecten. De positie van de kapper in mijn leven veranderde van een sluitstuk naar de opening tot succes. In meende dat daar een nieuw kappersregiem bij hoorde en vond in Utrecht een zaak die uitstraalde op de hoogte te zijn met de ontwikkelingen in kapselland. 


Eenmaal aan de beurt vroeg de coiffeur van dienst, onderwijl nonchalant zijn hand door mijn haar halend, hoe ik het wilde hebben. In mijn onnozelheid was ik er vanuit gegaan dat hij dat wel wist. Of ik misschien eerst nog even een kapselmodemagazine wilde inkijken. Liever niet. Wat ik dan dacht van een astronautenkapsel. 

Er viel direct een zware last van mijn schouders. Briljant. Een astronautenkapsel, dat sloot naadloos aan bij de aard van mijn nieuwe werkgever, een R&D-bedrijf met zelfs een unit die aan ruimtevaartprojecten werkte. Er kwam een tondeuse tevoorschijn die naadloos contact zocht met mijn schedel. Vanuit de nek openbaarde zich iets als een landingsbaan. Eenmaal boven vroeg mijn coiffeur pro forma nog even of dit echt de bedoeling was. Ik ademde diep in, slikte en stelde hem gerust. Eindelijk een echt astronautenkapsel!


Met een licht hoofd en zware benen meldde ik me bij het thuisfront voor inspectie. Totale ontreddering. Kinderen die me zelfs niet meer herkenden. En na het weekend mijn nieuwe baas die me voor de komende drie maanden ieder contact met externe partijen verbood.

.Leo

 

In de loop van de tijd werd het verzoek om de schedel een beetje gedekt te houden voor Angelina een steeds grotere uitdaging. Het gebied waar niks meer wilde groeien, waar blijkbaar al te veel stikstof was neergeslagen, was bij ieder bezoek weer wat groter geworden. Zij bleef haar best doen en ik waardeerde dat zeer. De onmogelijke opgave leverde haar altijd een extra fooi op. Eenmaal weer buiten keek ik meestal schielijk even in haar winkelruit. Uiteraard om te zwaaien, zou ik nog wel terugkeren?, maar ook om te zien hoe mijn nieuwe uiterlijk in de bebouwde kom overkwam.


Angelina is niet meer. Corona heeft het kleed onder haar toko uit getrokken. Ik ben nu terug bij Leo, die ooit haar baas was en later naar een naburig dorp verhuisde om daar als éénpitter zijn kappersbestaan voort te zetten. Gemma is met hem meeverhuisd. Met Leo bestaat nu eenmaal een bijzondere band. Leo was bereid om, nu bijna dertig jaar geleden, onze dochter in het ziekenhuis te knippen voordat ze aan haar chemokuur begon. Ik zie hem nog binnenkomen met zijn kapperskoffertje. Het was een uur of zeven in de avond. Hij had het er zichtbaar moeilijk mee. Daar ging het prachtige haar van onze mooie en dappere negentienjarige dochter. Het was de laatste keer dat zij een kapper trof.


Gisteren, op 7 maart 2023, ben ik voor het eerst sinds jaren weer door Leo geknipt. Met Gemma mee. Als echtpaar naar de kapper, kom daar nog eens om. Ik had me voorbereid op een langdurig verblijf. In een onopvallend boodschappentasje had ik een dik boek getiteld Marx, Nietzsche, Wagner mee naar binnen gesmokkeld. Marx met een overvolle baard, Nietzsche met een platte boender onder zijn neus en Wagner als contrapunt gladgeschoren en met een veredelde alpinopet op. Had hij op de schedel (n)iets te verbergen? Er zat ook een schriftje in omdat ik een verhaal voelde opborrelen, losgeweekt door mijn transitie van Angelina naar Leo.


Catweazle


Catweazle met pad. TV, jaren zeventig.


Leo was het geheel met Gemma eens. Dit kon echt niet langer. Je wilt toch niet als een Catweazle over straat, merkte hij bij de ontvangst snedig op. Ik herinnerde me de tv-figuur Catweazle als een grappige tovenaar met een pad als levensgezel. Als ze hem voor de uitzending eerst geknipt en geschoren hadden, had ik hem lang zo leuk niet gevonden.


Leo liet er geen gras over groeien. Achteraf besefte ik dat ik een ernstige fout had gemaakt. In alle opwinding was ik vergeten Leo te verzoeken het een beetje gedekt te houden. Kuif, snor, wenkbrauwen, alles waar ik nog een beetje zelfvertrouwen aan kon ontlenen sneuvelde onder Leo’s machtige schaarbeweging (gelukkig geen tondeuse, een troost). Het thuisfront was zeer te spreken. Tien jaar jonger. Wat nou, Catweazle. 

 

Terwijl Leo geniepig misbruik maakte van het feit dat ik zonder bril in een spiegel weinig zie, was ik zo onnozel om hem deelgenoot te maken van mijn kappershistorie. In die historie speelde onze familiekapper Veldkamp, herenkapper gevestigd aan de Huygensstraat te Hilversum, een vormende rol. Om geknipt te worden hoefde ik vanuit het huis van mijn grootouders, mijn geboortehuis, slechts de straat over te steken. Altijd op een woensdagmiddag. 

 

Een winkel vol jeugd die vocht om de ultieme beloning van een knipbeurt: Het vrolijke tijdschrift De Lach uit de Leesportefeuille. Een voor die tijd hoogst pikant blaadje vol plaatjes van verleidelijk poserende filmsterren in badpak (altijd met een opgetrokken knie) en opwindende cartoons waarop net getrouwde stelletjes waren uitgebeeld, weggedoken onder het voorraam met aan de andere kant van het glas vrolijk speurende (schoon)ouders die niet doorhadden dat ze een paar dagen na de bruiloft nog even niet welkom waren. Zeer geestig. 


Het verhaal achter zo'n plaatje ontging ons volledig. Er werden aan de stamtafel van kapper Veldkamp uiteraard wel suggesties en bedenkelijke gedachten uitgewisseld. Zo was het mijn vriendje Loek opgevallen dat het haar van de jonggetrouwden vaak wat in de war zat. Volgens vriendje Wim was dat natuurlijk de reden waarom alle kappers De Lach in huis hadden. Loek wilde uiteraard weten bij hoeveel kappers Wim intussen was geweest. Maar Wim was allang weer in fantasie weggezonken bij een volgend badpak.

1951, 30 maart. De Lach, tijdschrift voor Mannen en Jochies. Lachuh!


Gered


Mijn ouders trouwden in 1944 en trokken bij de ouders van mijn vader in. Zo kon het gebeuren dat ik in 1945 in de voormalige ambtswoning van het hoofd van de Huygensschool op het adres Huygensstraat 33 ter wereld kwam. Aan de overkant van het schoolplein woonde de familie Beerthuizen. De toen nog jeugdige dochters Wil en Jopie Beerthuizen deden niets liever dan met mij in een wandelwagentje over het schoolplein rijden. Het zal ergens in het najaar van 1945 geweest zijn dat kapper Veldkamp mijn nog piepjonge leven redde en daarmee een deel van zijn inkomen voor langere tijd zeker stelde.


Wil en Jopie waren even afgeleid omdat er op het schoolplein geknikkerd werd. Het schoolplein liep wat af naar de Huygensstraat. Kapper Veldkamp werd gewaardeerd om zijn stijlvastheid. Voor de jongens “de schuine voorhoofdscoupe”. Die beheerste hij tot in de finesses en voerde hij dan ook blind uit. Hij kon al knippend naar buiten kijken wat hij als een verrijking van zijn kappersbestaan beschouwde. Zo zag hij in het najaar van 1945 een wandelwagen met een peuter erin midden op de Huygensstraat staan. Nu reed er in die tijd nog niet veel snelverkeer, maar toch. Hij rende naar buiten en bracht mij in veiligheid. Wil en Jopie kregen een ernstige berisping. Zo’n gebeurtenis schept een band.


Het betere knipwerk


In navolging van de rest van de familie ging ook ik vele jaren naar kapper Veldkamp. Op de kruk met een wit laken om. Een dubbel gevoel. Blij dat je eindelijk aan de beurt was, maar ook die vage peuterherinnering aan het ziekenhuis. Ook op een kruk met een wit laken om. Tegenover me een enge man met een beugel op zijn voorhoofd waaraan een lamp was bevestigd die mijn geopende mond in scheen. Naast hem een verpleegster met een peilloos diepe nonnenkap op die mij in een ijzeren greep hield. De man met de lamp was de toen in Hilversum bekende zo niet beruchte chirurg Smedding. Ook iemand die mij zo nodig moest knippen. Amandelen. Binnen de kortste keren zat het witte laken onder een golf bloed.


Zorg dat je er bij komt 


Er is in mijn jeugd een tijd geweest dat Hauke de plaats van kapper Veldkamp innam. Hauke was een collega van mijn vader, ook een politieman. Eerder was hij marinier geweest. In die periode had hij zich de basisbeginselen van het kappersvak eigen moeten maken. Essentie: kort maar krachtig. Rechtop en mond dicht. En uiteraard opscheren. Hauke schnabbelde later in zijn politietijd wat bij met thuisknippen. Kruk, tafellaken en servet. Het resultaat was niet te onderscheiden van het werk van kapper Veldkamp, wel het tempo. Binnen tien minuten waren mijn vader, mijn broertje en ik klaar voor de feestdagen of voor de vakantie. Op bijna achteloze wijze wist Hauke te bereiken dat het de toevallige voorbijganger direct duidelijk was dat wij uit het zelfde nest kwamen. Mijn moeder knipte zichzelf en mijn zusje.

Op de vuilnisbak


Albert Einstein, ooit een cultheld! De vrouwen waren gek op hem. Jammer voor hen dat hij meestal andere dingen aan zijn hoofd had, waaronder een iconische haardos.



Ik sluit af met een vervolg op Hauke. Niet zelf meegemaakt maar wel uit de eerste hand vernomen. Eenmaal gevestigd in Nootdorp vertelde een buurman hoe hij de kuif draagbaar hield. Hij was verbonden aan de faculteit Technische Natuurkunde van de TU Delft. Eens in de maand werd de staf van de faculteit, met aan het hoofd enkele hoogleraren, geknipt door een medewerker die net als Hauke in militaire dienst een kappersopleiding had gevolgd. Zijn klantcollega’s zaten dan in de lunchtijd in de fietsenkelder op de daar aanwezige rij vuilnisbakken op hun beurt te wachten. Fysici hechten nu eenmaal niet zo aan uiterlijk vertoon, maar letten wel op de kleintjes. Overigens een omgeving waar Catweazles volstrekt niet opvielen.


Ik heb natuurkunde gestudeerd. Einstein was en is mijn held.



Gerard van de Schootbrugge, 12 maart 2023.