In Memoriam, 1923 - 2016

Nicolaas Schweitzer

Praeses Veritas '46 / 47

Geplaatst op 11 juni 2020


In Memoriam Nico Schweitzer, 1923 - 2016

Praeses van Veritas 1946 - 1947


1946, december. Nico Schweitzer in zijn functie als praeases van CS Veritas spreekt zijn leden toe na afloop van de uittocht naar Nijmegen op 10 december 1946. Achter hem enkele van de buitgemaakte Nijmeegse dispuutsvlaggen.



Op 19 juni 2016 is Nicolaas Marie Johannes Schweitzer overleden. Nico was de tweede naoorlogse praeses van Veritas. Nico werd 93 jaar. Klein maar opmerkelijk detail: de uitvaartplechtigheid vond plaats in de H. Nicolaaskerk te Haren (Gr). Nog kleiner detail: Nico ligt begraven direct achter de tuin van zijn huis in Haren.


Nico studeerde medicijnen in Utrecht en specialiseerde zich in de oogheelkunde. Hij werkte op het Koninklijk Nederlands Gasthuis voor Ooglijders te Utrecht als assistent van de befaamde hoogleraar Oogheelkunde , prof.dr. H.J.M. Weve. Weve was een pionier op het gebied van de behandeling van netvliesloslating (ablatio retinae). Ook Nico Schweitzer heeft van dit onderdeel van de oogheelkunde zijn specialisme gemaakt. Tijdens zijn opleiding was Nico in deeltijd werkzaam op het Instituut voor Zintuigfysiologie van TNO in Soesterberg (vervangende dienstplicht). Daar werkte hij samen met Bouman en Vos aan de neurologie van de pupilreactie. Hij promoveerde in 1955 bij Weve, werd in 1962 lector in Utrecht en vertrok in 1968 naar Groningen als hoogleraar Oogheelkunde, waar hij hoofd werd van de Oogheelkundige kliniek met als specialisme netvlieschirurgie. Tot aan zijn emeritaat in 1987 heeft hij daar circa honderd oogartsen opgeleid.


Nico trouwde in 1951 met Beatrijs Gribling die hij had leren kennen tijdens zijn bestuursperiode op Veritas en die net als hij medicijnen studeerde. Zij kregen vier dochters en een zoon. Een half jaar na zijn emeritaat overleed Beatrijs in 1988. In 1991 trouwde hij opnieuw, nu met Anneke Hooymans, die bij hem was gepromoveerd. Zij werd zelf in 1999 hoogleraar Oogheelkunde en hoofd van de kliniek en ging in 2014 met emeritaat. Anneke vertelde me over de dramatische ervaring van een loslatend netvlies voor een patiënt en over de enorme vorderingen van de techniek met tegenwoordig een succespercentage van 90 procent. Maar nog steeds is er de stress van het snelle ingrijpen. Een patiënt die zich meldt, moet direct geopereerd worden omdat het vermogen tot hechting snel achteruit gaat.


Anneke vertelde hoe ook bij Nico de jaren fysiek gingen tellen. Maar mentaal bleef hij tot het laatst topfit. Dagelijks drie kranten en verslaafd aan zijn iPad. En wat natuurlijk niet onvermeld mag blijven: Veritas was zijn club waar hij zeer in geïnteresseerd bleef. Ook zijn kleinzoon moest er aan geloven toen hij in Utrecht rechten ging studeren. Opa zou het toch wel erg waarderen als hij lid werd van Veritas. En zo geschiedde. Nico was dan ook een overtuigd lid van de Reünistenvereniging en nadat ik, bij toeval op zijn spoor was gekomen, kreeg ik regelmatig een complimentje van hem als er weer een ReünistenVox was verschenen. Nico was ook een betrokken katholiek, overigens net zoals zijn leraar Weve, en was, samen met Anneke en met andere toonaangevende Veritijnen mede-ondertekenaar van “Het Professorenmanifest” waarin aandacht wordt gevraagd voor de uitholling van de katholieke gemeenschappen in Nederland.


Nico Schweitzer: Veritijnse herinneringen

In het septembernummer van 2012 (nummer 61) hadden wij een plaatje staan van de voorpagina van de Vox Veritatis van 11 december 1946. Een extra editie, gewijd aan de uittocht (ook bekend als De Grote Veldtocht met als codenaam: Action Barbousse) naar Nijmegen waar een dag eerder de sociëteit Roland van Carolus Magnus door een leger Veritijnen onder de voet was gelopen, waarbij eerlijkheidshalve moet worden aangetekend dat er van enig verzet geen sprake was. Dat alles onder het praesidiaat van Nico Schweitzer die in verband daarmee later door kardinaal De Jong op het matje werd geroepen. Toen Nico deze achterkant onder ogen kreeg, riep dat zoveel herinneringen bij hem op dat hij contact met mij zocht. Het resultaat was een uitgebreid artikel over deze historische gebeurtenis in het volgende nummer van de RVox. Met plaatjes van Nico en herinneringen van het geheugenwonder Wijnand Hoogstraten die als lid van de knokploeg alles had meegemaakt. Kort daarna bracht ik een zeer aangenaam bezoek aan Nico in Haren om nog eens na te praten. Ik heb nog geprobeerd hem over te halen naar het grote Veritaslustrum in 2014 te komen, maar daar voelde hij zich toch fysiek te zwak voor.

2014. De auteur op bezoek bij emeritus hoogleraar Nicolaas Schweitzer in Haren.



Nico in 2012

“Direct na de oorlog, juni 1945, werd Ad Bredero praeses. Hij is dat maar vrij kort geweest, voorjaar '46 volgde ik hem op (in het bestuur Bredero was Beatrijs Gribling Ab Actis II; zij bleef dat ook in het bestuur Schweitzer). In september ‘47 werd Kees Pompe gekozen. Bredero studeerde geschiedenis en werd later een bevlogen kenner van en schrijver over St. Bernardus. Hij overleed een paar jaar geleden. Zijn vrouw Gerda (zus van Wijnand Hoogstraten), leeft en woont in Dongen. Zij heeft nog een uitstekend geheugen, maar herinnerde zich van de Grote Veldtocht niet veel meer. Kees Pompe, zoon van de beroemde jurist naar wie het Pompe-instituut is genoemd, was in veel opzichten briljant. Ternauwernood afgestudeerd werd hij al genoemd als hoogleraar. Daar is het niet van gekomen, hij stierf tijdens een operatie, gepland voor de periode dat zijn ouders afwezig waren, om hen niet te verontrusten.

Veritas maakte direct na de oorlog een bloeiende tijd door. Zoveel nieuwe leden meldden zich dat in één jaar twee of drie groentijden georganiseerd werden. (Wiggen, Schalmen, Sponnen). Waarschijnlijk had de Grote Veldtocht ook ten doel deze groepen te consolideren.

Ik ben opgegroeid in Heerlen, leerling van het St. Bernardinuscollege. In 1941 eindexamen en begonnen met studie Geneeskunde in Utrecht, onderbroken van april 1943 tot mei 1945. Arbeitseinsatz in Duitsland. Artsexamen 1949 . Daarna opleiding oogheelkunde in het voormalige Ooglijders Gasthuis. Militaire dienst. Lector in Utrecht en in 1968 benoeming in Groningen. Emeritaat in 1987. Mijn vrouw overleed in 1988, in 1991 ben ik hertrouwd. Woon al sinds 1968 op hetzelfde adres in Haren.”


Ik bewaar de allerdierbaarste herinneringen aan een oud-Veritijn die ik pas op zijn negentigste leerde kennen.


Gerard van de Schootbrugge