Columns Nootdorp Nu

2019

Columns voor Nootdorp Nu, 2019







Nootdorp Nu is een huis-aan-huisblad in Nootdorp dat iedere maand verschijnt. In 2010 kreeg ik het verzoek om iedere maand een column te schrijven. Ik doe dat uit hoofde van mijn functie als voorzitter van de stichting Kringloopwinkel De Wisselbeker. De kringloopwinkel is een inspiratiebron maar ik neem alle vrijheid om over alles te schrijven dat mij bezighoudt en dat hopelijk ook voor de ontvanger van het blad de moeite waard is. Hierna de columns die in 2019 zijn verschenen. We noemen ze Kringels.

Kringel, 2019 - 7

Even de knop omzetten


De herfst heeft niet zo’n best imago. Even tooit de natuur zich in stemmige kleuren, maar na een tijdje komt de bladblazer uit de schuur. Tot verdriet van de buren. Wat rest is een dooie boel. Schimmel. Ik begrijp dat je daar wat somber van kan worden maar lieve lezer, zoals met alles hangt het er toch een beetje vanaf hoe je er tegenaan kijkt. Want als je goed oplet, kun je onder de dooie boel de lente al zien zitten. Het frisse groen van het nieuwe leven, in miniformaat, opgerold en nog even beschermd in een knop. Want de natuur is nooit dood. Er is steeds nieuw leven, al dan niet in voorbereiding. En daar word ik persoonlijk heel vrolijk van. Dat het ouwe goedje moet plaatsmaken neem ik graag voor lief. Eerlijk gezegd moet ik er niet aan denken dat al dat ouwe blad, dat ieder jaar een jaartje ouder wordt, blijft hangen. Als het oude blad niet valt, kan het nieuwe blad niet gedijen. Kringloop! Ik zie liever iedere lente weer nieuwe lammetjes in de wei dartelen dan bejaarde schapen met wol waar de mot in zit uit hun winterverblijf sjokken terwijl je ze ziet denken: al weer dat zelfde weilandje.


Het is of het een of het ander. Of genieten van nieuw leven wat we moeten koesteren, waar we offers voor moeten brengen en waar we plaats voor moeten maken, of blijven zoeken naar het levenselixer, de eeuwige jeugd, de onsterfelijkheid. Dan zullen we het zonder kinderen en kleinkinderen moeten stellen. Ik moet er niet aan denken. Het gaat ook niet werken. We gaan ons dood vervelen en dat spoort niet met onsterfelijkheid.


Als ooit op onze tegeltjes komt te staan: Stel uit tot morgen wat je vandaag zou kunnen doen, dan wordt het bestaan pas echt treurig. De onsterfelijke Dood in de Pot! En de Sint? Hoe zit het daarmee? Geen (eigen) kinderen en onsterfelijk. Voor zover ik weet is de Sint de enige uitzondering die de regel bevestigt. Met zijn schimmel. Maar zelfs voor de Sint geldt: zonder kinderen gaat de lol er snel af. Daarom komt Kerstmis ook precies op tijd.


Knuffel

November 2019



Kringel 2019 - 6

Het volkslied


Lang geleden hingen wij op Koninginnedag de driekleur uit en gingen vervolgens als Hilversumse doerakken op de fiets naar het mooie raadhuis van Dudok om samen het volkslied te zingen. Dat hadden we op school geoefend. Vlaggen doen we alleen nog langs de lijn en het volkslied leren we niet meer. Zit niet meer in Neerlands Bloed. Een aderlating? Ja. Direct na de bevrijding hebben we nog even gevlagd en gezongen. Maar al snel kwamen sommigen tot het inzicht dat al dat nationale vertoon nu juist het grote kwaad was geweest. Vlaggen? Alleen als ze rood waren. Zingen? Alleen de Internationale. Koninginnedag? Alleen op 1 mei. Nederlandse taal? Alleen als het Esperanto is.


In de jaren tachtig is een nieuwe aanval op de samenleving ingezet. Met een ander doel maar met het zelfde effect. Grenzeloos rijk worden. Het individu en het kapitaal, daar gaat het nu om. Sommigen worden er heel rijk mee, anderen kunnen ongehinderd hun talenten ontwikkelen. Prachtig. Maar wat heb je eraan als de samenleving die vroeger blij werd als in elke straat, huis aan huis, het rood-wit-blauw wapperde, uit elkaar valt. Houdt me ten goede, het is natuurlijk maar een stok met een lap eraan. Maar als symbool krijgt een vlag een heel andere waarde. Symbolen zijn belangrijk omdat ze voor iets anders staan, iets groters, dat zich slecht in woorden laat uitdrukken. Het is groepstaal. Als het gevoel dat we bij elkaar horen, samen iets hebben, elkaar begrijpen, elkaar helpen, verdampt, slaat de sociale vraat toe. Een natie ontmantelen begint bij de taal. De Kinderboekenweek gaat ons niet redden. We heten nog steeds het gelukkigste land op aarde maar het kost wel een vermogen aan pillen. Wat is erop tegen om kinderen weer het volkslied te leren? En hun eigen taal? Of zijn we al verlamd door de grote leegte?


Dertig jaar geleden schreef de journalist Henk Hofland in de Haagse Post over de staat van het land: “Streven we eigenlijk onbewust naar onze geruisloze opheffing, of als dat niet het geval is, geven we ons dan rekenschap van wat er gedaan moet worden om die te verhinderen?” Tja…


Knuffel

Oktober 2019



Kringel 2019-5

Pulp


Onze kringloopwinkel krijgt veel en dat in grote verscheidenheid. Daaronder kinderboeken. Ook veel. Heerlijk! Ik heb iets met kinderboeken, en dus ook met kinderen. Zelf heb ik in mijn jeugd het grootst mogelijke plezier beleefd aan kinderboeken. Ik gun dat alle kinderen. Mijn jeugd betekent jaren vijftig. Populair waren politiek incorrecte boeken over historische helden, zoals Michiel de Ruyter, Bontekoe, Willem Barendsz (op Nova Zembla). Evergreens als Gullivers Reizen en Robinson Crusoe. Series zoals Puk en Muk, Arendsoog, Bob Evers, De Vijf, Pim Pandoer. Vooral series. En dus ook strips: Eric de Noorman, Prins Valiant, Kapitein Rob, Tom Poes, Tarzan, Dick Bos (verboden), Suske en Wiske. Mijn kinderen verslonden Jip en Janneke, Pinkeltje, De Kameleon, De Dolle Tweeling, en nog veel meer.


Het schuurt tussen het betere, het literaire kinderboek en het pulpboek. Genoemde titels: pulp. De culturele elite gruwt van series, kinderen zijn er gek op. Geheimpje: volwassenen ook. Kinderen bouwen een band op met de hoofdfiguren, waarderen de herkenbaarheid van de plot en de sfeer. Dat maakt het lezen plezierig. Minder vermoeiend. Ze weten bijna wat er gaat komen. En ze zouden zwaar teleurgesteld zijn als dat niet kwam. Een nieuwe auteur op een serie zetten is een risico. Hij moet in ieder geval niet van het geplaveide pad afwijken. Ook veel volwassen lezers zijn gesteld op herkenbaarheid. Baantjer merkte ooit op dat hij eigenlijk niet begreep waarom men zijn nieuwe boeken nog steeds kocht. Als je er één had gelezen wist je hoe alle andere afliepen. Ik denk dat zijn uitgever het wel begreep: Ab, de fans worden ongeduldig; maar wel meer van het zelfde graag. En deed Arthur Conan Doyle niet, op geniale wijze, het zelfde met zijn Sherlock Holmes?


Ik ben geen fan van soapseries maar ik begrijp de populariteit wel. Zelf ben ik gek op De Dikke en De Dunne. Hoe voorspelbaar zijn die! En hoe leuk is juist die voorspelbaarheid niet! Dus geneer je niet als je de kringloopwinkel verlaat met een stapel Dolfje Weerwolfje. Of Mees Kees. Je kinderen duiken er op en wij kunnen weer wat nieuwe edelpulp aanvoeren.


Knuffel

Juli 2019



Kringel 2019-4

De koude winter van 1954


In mijn jonge jaren werden wij geacht onszelf te vermaken. Dat lukte meestal vrij aardig. Een enkele keer mochten we naar de film. In een bioscoop of in een zaaltje waar de jeugd tijdens de eindeloze vakantie voor een grijpstuiver terecht kon. Het moet ergens in de eerste helft van de jaren vijftig zijn geweest dat ik bij zo’n gelegenheid een duistere figuur op het filmdoek bezig zag die zich bekommerde om dakloze mensen in Parijs. Clochards. Ik wist niet eens dat het bestond, dakloos. En clochard vond ik een prachtig woord. Beelden uit 1954? Polygoonopnames als aanloop naar De Dikke en De Dunne? Het zou zo maar kunnen. Het was begin 1954 extreem koud. In ons land werd op 3 februari de tiende Elfstedentocht gereden, in Parijs verrekten de armen onder de bruggen. De duistere figuur bleek Abbé Pierre te heten en hij maakte een onvergetelijke indruk op mij.


Onlangs was ik in Chinon te gast bij een goede vriend. Wij proefden van de Chinonwijn, wij bezochten enkele van de talrijke kastelen in de Loirestreek en wij bezochten een vestiging van de Emmausgemeenschap in Chinon. Nogal een tegenstelling. Men verkocht er tweedehands spulletjes en je zou het een kringloopwinkel kunnen noemen. Maar het voelde voor mij als iets bijzonders. Even was ik in contact met de magische figuur die ik als jochie had leren kennen en waarvoor ik groot ontzag had gekregen. Iemand van mythische proporties. De man die in 1949 startte met het (vaak illegaal) bouwen van noodwoningen voor dakloze gezinnen. Zelf nam hij een dakloze man in huis. Het begin van de eerste Emmaus-communauteit (in Neuilly-Plaisance).


Als je nagaat wat deze Henri Antoine Grouès, zoals zijn echte naam luidde, heeft gepresteerd dan is het dus echt mogelijk dat één individu het verschil kan maken. Abbé Pierre was de schuilnaam waaronder hij tijdens de oorlog opereerde als priester in Grenoble waar hij onder meer talrijke Joden hielp aan de Duitsers te ontsnappen. Na de oorlog zat hij zes jaar als onafhankelijk lid in het Franse parlement. Zijn vergoeding ging naar de armen.


Abbé Pierre werd een beroemdheid. Hij ontmoette tijdens zijn leven de groten der aarde. Altijd om zijn acties te voeden. Hij overleed in 2007 en werd 94 jaar. Zijn beweging heeft wereldwijd navolging gekregen. Een voorbeeld.


Knuffel

15 mei 2019



Kringel 2019-3

Lang leve het taboe


Taboe. We danken het woordje aan James Cook, die het meebracht uit Polynesië. We hebben er niet zoveel meer mee. Wij zijn meer van het doorbreken van taboes. Maar pas op. Samenleven vraagt orde. Hoe wordt er over belangrijke zaken gedacht? Taboes gaan over zaken en handelingen die de sociale orde bedreigen. Taboes geven een groep een moreel skelet. Taboes hebben te maken met sociale controle. Moord, overspel, incest, diefstal, verraad, verwaarlozing van familieplichten, etc., ondermijnen het voortbestaan van de groep.


Sinds de jaren zestig hebben taboes in het Westen een slechte naam. De gevestigde orde moest immers op de helling. Daniel Cohn-Bendit leidde de studentenrevolutie. Hij zag hoe studenten oude taboes doorbraken maar zich ook weer net zo makkelijk, bv. als communist, aan nieuwe taboes conformeerden. Daniel zelf koos voor het taboearme anarchisme. In 2001 werd hij beschuldigd van pedofilie. Zijn verweer: dergelijke uitingen moest je zien in de context van het anarchisme en het streven naar persoonlijke autonomie van de jaren zeventig.


Op de achtergrond zweeft de geest van de befaamde Amerikaanse antropologe Margaret Mead. Zij maakte naam met haar studie van de taboeloze seksuele opvoeding van de jeugd op Samoa (Polynesië). Daar konden we in het Westen nog wel wat van leren. Een boodschap die er in de jaren zestig wel in ging. Seksuele revolutie. Vrouwenemancipatie. Vijftig jaar later zitten we met #MeToo. Wat ging er mis?


In april 1978 verscheen er een intrigerend artikel van de toen 78-jarige Margaret Mead in een Amerikaans vrouwenblad onder de titel: A Proposal: We Need Taboos On Sex At Work. Aanleiding was het groeiende verzet van feministen tegen seksuele intimidatie op de werkvloer. Margaret Mead, voorvechtster van het opruimen van seksuele taboes, pleitte voor de (her)invoering ervan. ‘Ik besef dat dit bij jonge vrouwen die de noodzaak voelden om allerlei taboes te doorbreken, vreemd moet overkomen. Maar het zijn de sterkste taboes die een samenleving in evenwicht houden. Meer nog dan een wet vertelt een taboe waar een samenleving in essentie in gelooft.’ Het artikel kwam in 2017 weer tevoorschijn. Nadenken over taboes? Graag, en dan zonder taboes.


Knuffel

16 april 2019



Kringel 2019-2

Naamvallen


Zonder naam ben je niks. Iedere naam is beter dan niks. Maar…., een slechte naam is ook niet echt fijn. Is er eenmaal een naam dan kom je daar niet makkelijk meer van af. En terecht. Een naamsverandering leidt al snel tot onvindbaar. Wij hebben geen idee waar onze namen allemaal genoteerd staan. Les 1: kies een goede naam, les 2: blijf er vanaf, tenzij je goede redenen hebt om onder te duiken.


Zonder naam ben je hooguit een ding, en zeker geen individu. Dieren op de boerderij hadden een naam. Maar schaalvergroting, efficiëntie en automatisering willen geen namen maar (rug)nummers. De boer als trendsetter, zoals in de voortplanting. Wij mensen volgen. Wij zijn in de ogen van hen die ons bevoogden ook maar vee. Op Veesboek proberen we krampachtig het anonieme dingenbestaan te ontlopen. Tevergeefs. Binnenkort wordt er direct na de geboorte een chip onder het roze babyhuidje geplaatst met een IP-adres en nog zo wat nummers. Dan kan het Cookie Feest beginnen. Het roze dingetje is, net als de bewakingscamera en de koelkast, opgenomen in het Internet Der Dingen. Veilig in het Grote Web.


Er is meer naamonrust. Vrouwkinderachternaamkiesrecht. De naam van de Vader, en/of de Moeder en/of/of de Verwekker. Of een combinatie. Jan Jansen (ooit Janszoon) en Thea Thijsen (ooit Thijszoon, hoe simpel) krijgen een kind dat dan ofwel Theo Jansen of Theo Thijsen of Theo Jansen-Thijsen of Theo Thijsen-Jansen gaat heten. Misschien mag Theo als hij 18 (of 14) is zelf ook nog eens kiezen. Maar wat als Theo Jansen-Thijsen samen met Annemarie van Pamelen-Rusthuis een dochter krijgen? Gaat dit niet heel snel ontsporen? Het lijkt me een nieuwe, subtiele actie om de sociale orde te torpederen. Eerste slachtoffer: het klassieke gezin, waar feministen toch al langer moeite mee hebben. Laten we de kinderen dan maar de achternaam van de moeder geven. Gaan mannen dan niet afhaken? De boer is trendsetter. We kennen het lot van de stierkalfjes en de haantjes. Zij eindigen nummerloos. Maar, zo voeg ik daar aan toe, hoe lang telt een plofkip mee?


De media zijn gek op revolutionairen. Alleen Nootdorp Nu durft het geluid van de voorzichtigheid te laten horen.


Knuffel

13 februari 2019



Kringel 2019-1

PEN-huisjes in Zuid-Holland


Dit is niet echt de plek om reclame te maken. Daar is de rest van dit blad voor. Maar niemand kan mij verbieden iets aardigs te zeggen over Jan van der Sman. Hoezo? Nou, Jan van der Sman is gewoon een ontzettend aardige kerel, een echte Nootdorper dus, en Jan kan ook nog verdraaid goed tekenen. Ik durf dat te beweren omdat ik hem al heel lang ken. Nou, en? Die Jan van der Sman dus heeft volgens mij Nootdorp een grote dienst bewezen. Hij heeft namelijk het aanzicht van Nootdorp vastgelegd in talrijke fraaie pentekeningen. En die zijn onlangs gebundeld in een imposant en toch redelijk geprijsd boekwerk getiteld: “Nootdorp in pennenstreken”. Verplichte kost voor iedereen die van Nootdorp houdt. Jan heeft met engelengeduld, een batterij kroontjespennen, veel vloeipapier en vooral met veel liefde Nootdorp vastgelegd zoals het was en nog een beetje is. Er zijn oude gebouwen, woningen, boerderijen en winkels, verdwenen en als ze er nog zijn dan hebben ze niet zelden een andere bestemming gekregen. Toen onze Jan een Jantje was, bestonden ze nog. Maar ook als ze al lang geleden gesloopt, ingestort of weggespoeld zijn, staat Jan niet zomaar met lege handen. Want Jan is ook onbezoldigd dorpshistoricus en dus heeft Jan oude foto’s en ansichtkaarten. En zijn potje met inkt.


De wereld verandert snel. We bouwen al lang niet meer voor de eeuwigheid. Zelfs onze gebouwde omgeving bestaat uit wegwerpartikelen. Begrijpelijk maar ook bedenkelijk. De mens is een sociaal wezen dat zich hecht aan zijn omgeving. Aan mensen maar ook aan de dingen om hem heen. Hoe lang grijp je niet mis als je een nieuwe keuken hebt geïnstalleerd? En als je ouwetjes een handje wilt helpen met de grote aftakeling, moet je hun leefomgeving drastisch veranderen. Verhuizen dus. Hoe ongelukkig voelen mensen zich niet als ze na langere tijd weer eens hun ouwe buurtje betreden en daar niets (en niemand) meer herkennen? Het is onvermijdelijk maar de zielenpijn is er niet minder om.


Ik vrees dat we de komende decennia een nostalgieke ramp gaan beleven. We gaan op ongekende schaal slopen en opnieuw bouwen. Om de aarde, lees onszelf, te behoeden voor apocalyptische klimaatveranderingen. Om optimaal van de zon te profiteren moeten alle huizen op het zuiden komen te staan. Ze moeten supergeïsoleerd zijn omdat we anders geen warmtepompen kunnen gebruiken. Afbreken en opnieuw bouwen zal vaak voordeliger blijken. Weilanden vol zonnecellen en windmolens. Het nieuwe Groene Hart, ook voor de biobrandstof. En dan nog zullen we er niet komen zonder kernenergie. Enorme dijken of drijvende steden? Het gaat er in ieder geval heel anders uitzien. Onze Jan is net op tijd begonnen om het oude plaatje van Nootdorp vast te leggen. Op eigen kracht. Met alleen pen en papier. Hij verdient een bestseller!


Knuffel

9 januari 2019