In Memoriam

Jan Broekhuyse

Praatje van 201202, eerder gepubliceerd in de ReünistenVox van CS Veritas, november 2020, nr. 81


In Memoriam Jan Broekhuijse (1929 – 2020)

Praeses van CS Veritas in het verenigingsjaar 1955 – 1956




Op 27 september 2020 is Jan Theodorus Broekhuijse overleden. Jan was praeses van de in zijn tijd nog roomskatholieke Utrechtse studentenverening CS Veritas in het bestuursjaar 1955 – 1956. Zijn naam werd destijds nog geschreven met een –y-. Zijn medebestuursleden waren Th. Bremer (ab-actis I), J.Th. Kramers (fiscus), mej. A.C. Ottow (ab-actis IIa) en L.J.H. de Vink (vicarius). Jan ontwikkelde zich op Veritas tot een invloedrijke deelnemer in de grote discussie over de modernisering van het katholicisme.

Veritasbestuur 1955 - 1956 V.l.n.r. mej. A.C. Ottow (ab-actis IIa), Th. Bremer (ab-actis I),

J.Th. Broekhuyse (praeses), J.Th. Kramers (fiscus) en L.J.H. de Vink (vicarius)




1950. Studeren in Utrecht

Jan Broekhuijse was een boerenzoon uit Haarzuilens. Hij begon zijn studie niet-westerse sociologie aan de Rijksuniversiteit Utrecht in 1950. Later in zijn studententijd was Jan praktisch buurman van het Eigen Huis. Hij woonde toen op het adres Kromme Nieuwegracht 46 (rijksmonument, 17de eeuw, laatstelijk in gebruik door de universiteit, Neerlandistiek, en onlangs verkocht). In Jans studententijd sprak men overigens nog van oosterse sociologie. In 1958 studeerde hij cum laude af. Bela Brom, echtgenote van Sake Rypkema (lid VB ’56 – ’57) en even het vriendinnetje van Jan, herinnert zich nog de grote kaart van Nieuw-Guinea in de vorm van een vogelkop die op Jans kamer aan de muur hing. Hij was al vroeg in de ban van een gebied waarvan de kaart eind jaren vijftig nog niet volledig was ingekleurd. Paul van Maanen (Veritijn, jaar van aankomst 1951) karakteriseerde Jan Broekhuyse als: “Een zeer schrandere ‘Beterweter’ en een uitstekende Praeses Collegii”.


Op Veritas zoeken naar nieuwe vormen van katholicisme


Thomas van Aquino legde in de 13de eeuw de klassieke leer van de kerk van Rome vast. Die leer kwam in de studententijd van Jan Broekhuyse steeds meer onder druk te staan.




In de geschiedschrijving van Veritas (Aeterna Veritas, Cees Willemsen) zijn enkele passages aan Jan Broekhuyse gewijd. Hij wordt er gekenmerkt als extreem intelligent en zeer betrokken bij de discussie die in de jaren vijftig binnen Veritas werd gevoerd over het thema Open of Gesloten Katholicisme. Het laatste gebaseerd op de geldende leer zoals die ooit door Thomas van Aquino in de dertiende eeuw was geformuleerd. De open optie was een moderne visie op een meer individualistische geloofsbeleving (politiek neigend naar het Socialisme) die aansluiting zocht bij het fenomenologisch existentialisme van filosofen als Merleau Ponty. Voortrekkers in Utrecht waren de Augustijner filosofen Nico Luypen en Kees Kwant (die door Veritas gesteunde Studium Generale colleges gaf), de psychiater Henk Rümke en de in 1937 katholiek geworden fysioloog en psycholoog Frits Buytendijk. Voor hen had het Thomisme afgedaan.


In zijn inaugurele rede als praeses van Veritas hield Jan Broekhuyse in het najaar van 1955 zijn leden voor dat geen generatie ooit een zo’n grote kans had gehad “zich een eigen, vrij gekozen wereld te scheppen.” Maar dit had wel een prijs. Men moest zelf beslissen en dat in een totaal verwarde, vormeloze, onbegrijpelijke en absurde wereld! Hier klinkt de sombere kant van het Existentialisme door. Tom Stoelinga (twee jaar later praeses): “Hoogtepunten in het Veritijnse leven waren in die jaren de Zomerkampen, die evenals de colleges van Kwant en Luypen richtinggevend waren voor de ideologische koers van Veritas. Dit nieuwe denken was vooral onder de besturen Broekhuyse en Ter Veer sterk aanwezig.


1959. Naar Nederlands Nieuw-Guinea

In november 1958 trad Jan in het huwelijk met Margriet Brom, waarmee hij drie kinderen zou krijgen. Zoon Gisbert was bereid mij te assisteren bij het opstellen van deze tekst, waarvoor dank.

Na zijn afstuderen vertrokkenen Jan en Margriet in januari 1959 naar Nederlands-Nieuw-Guinea waar hij ambtenaar werd in dienst van het Nederlands bestuur. Dezelfde tijd dat ook Carel Johannes Schneider, beter bekend als de schrijver F. Springer, daar was aangesteld. Het was in de periode dat de regering Kennedy had besloten dat Nederland zijn laatste kolonie aan Indonesië moest overdragen.

De bedoeling was dat Jan onderzoek zou verrichten naar de levensomstandigheden van de verstedelijkte Papoea's in Hollandia, maar nog in hetzelfde jaar werd hij overgeplaatst naar de oostelijke berglanden, standplaats Wamena, waar het Nederlandse bestuur nog geen voet aan de grond had. Als staflid van het Kantoor Bevolkingszaken, een overheidskantoor dat antropologisch, linguïstisch en demografisch onderzoek onder de Papoea's stimuleerde, werd hij vrijgesteld voor wetenschappelijk onderzoek van de cultuur van de Dani in de Baliemvallei, destijds een nog niet onder Nederlandse controle gebracht, krijgszuchtig bergvolk.


Het was in diezelfde periode dat genoemde Carel Schneider belast werd met een onderzoek naar het optreden van controleur eerste klasse Rolph Gonsalves tegen de Dani-bevolking in de Baliemvallei. In het rapport, dat Schneider op 12 juni 1960 inleverde, maakte hij melding van stelselmatige agressie van Hollandse kant. Mede als gevolg van Schneiders rapport werd Gonsalves naar een andere afdeling op Vogelkop overgeplaatst. Uiteindelijk werd hij teruggeroepen naar Den Haag. Later maakte hij naam als crime fighter. Om de sfeer in het land van de papoea’s aan te geven nog een citaat uit de zeer onderhoudende bundel Zaken Overzee (1977) van F. Springer.


F. Springer

Als jonge goden renden Blaarmans en ik lichtvoetig met onze agenten kriskras door de vallei, van de ene plaatselijke oorlog naar de andere. Dagenlange, trage vredesonderhandelingen tussen ruziënde stammen. Dat betekende uren in de brandende zon op het niemandsland zitten luisteren naar toespraken van breedsprakige opperhoofden, en ceremoniemeester spelen bij de plechtige maaltijden waarbij het goede verloop van de besprekingen werd bezegeld.


Soms waren er buitenlandse cineasten bij , die bedrijvig de kleurrijke evenementen vanuit alle hoeken en standen filmden voordat het te laat was en deze trotse stenentijdperkmaatschappij door onze beschavingsdrift voorgoed bedorven zou zijn. Haast was geboden, want hier en daar kon je al Dani’s tegenkomen in vodderige pantalons, gekregen van deze of gene pater of dominee.


1961. De Harvard-Peabody Expeditie

1961. Nederlands Nieuw-Guinea, Baliemvallei. De bemanning van de Amerikaanse Peabody Expeditie met Jan Broekhuyse, tweede van links, als begeleider. Tweede van rechts de korte tijd later spoorloos verdwenen zoon van Nelson Rockefeller, Michael. Enkele leden van het Dani-volk kijken nieuwsgierig toe.



In 1961 werd Jan als antropoloog door het Ministerie gevraagd om een Amerikaanse expeditie voor te bereiden naar een oorspronkelijke Papoeastam. Het doel was aan te tonen dat de Papoeabevolking niet klaar was om zonder meer aan Indonesië te worden overgedragen, zonder dat de Papoeacultuur verloren zou gaan. Broekhuijse zocht en vond de Dani Papoeastam die nog in verregaand authentieke omstandigheden leefde in de Baliemvallei (oostelijk bergland van Nederlands Nieuw-Guinea). Ter plaatse verrichtte hij gedurende zes maanden al het nodige antropologische veldwerk ter voorbereiding op de komst van de filmploeg. Margriet en hun dochter keerden terug naar Nederland, zodat Jan de expeditie permanent kon begeleiden. Hij droeg alle opgedane kennis over aan de Amerikaanse deelnemers die er excessief gebruik van maakten. De Harvard-Peabody expeditie naar de Dani-stam leidde tot de film Dead Birds en diverse boeken van andere expeditieleden (Robert Gardner, Peter Matthiessen, Karl Heider). Al het filmmateriaal en boeken waren gebaseerd op Jans dagelijkse briefings met de expeditieleden. Jan was de enige die Maleis sprak en via zijn Papoea-assistenten met de Dani kon communiceren. Zonder zijn inbreng had de expeditie nooit enige kans van slagen gehad. Tot op het laatst is Jan verbitterd geweest over het gebrek aan erkenning voor zijn rol in de expeditie.



1961. Het drama Michael Rockefeller

Als geluidsman van de filmploeg was Michael C. Rockefeller bij de Harvard-Peabody expeditie betrokken. Rockefeller, zoon van de politicus en miljonair Nelson Rockefeller, keerde twee maanden na deze expeditie terug naar Nieuw-Guinea met zijn kompaan, de Nederlandse antropoloog René Wassing, nu met als doel bij de Asmat, een zeer krijgshaftig Papoeavolk, een grote collectie authentiek houtsnijwerk te verzamelen. Michael verdween in 1961, bij een poging om in noodweer zwemmend de kust te bereiken, spoorloos. Een tragedie die wereldwijd de gemoederen heftig beroerde. Ondanks alle inspanningen is er nooit meer iets van hem teruggevonden.


1964. Terug in Nederland

Jan Broekhuijse promoveerde in 1967 op een proefschrift over de Wiligiman - Dani waar hij in Nieuw-Guinea veel informatie over had verzameld. Klik hier om het document te downloaden.


Na zijn terugkeer naar Nederland in 1964 werkte Broekhuyse enkele jaren als ambtenaar bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken. In die periode voltooide hij zijn proefschrift (De Wiligiman - Dani) over de Dani, waarop hij in 1967 promoveerde bij zijn vroegere hoogleraar Fischer aan de Rijksuniversiteit Utrecht. In dat jaar werd hij aangesteld als wetenschappelijk ambtenaar bij de Afdeling Anthropologie van het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam, waarvan sinds 1959 Jan van Baal, oud-gouverneur van Nieuw-Guinea, directeur was. Tot aan zijn pensioen in 1989 is Broekhuyse aan het Tropeninstituut verbonden geweest, waarbij hij voornamelijk op ontwikkelingsprojecten gericht onderzoek deed in de Sahel-landen in West-Afrika.


Na zijn terugkeer uit Nieuw-Guinea ging Jan Broekhuijse aan de slag bij het ministerie van Buitenlandse Zaken en stapte na enkele jaren over naar het Koninklijk Instituut voor de Tropen. Daar richtte hij zich vooral op de Sahel-landen in West-Afrikanaast. Op de afbeelding is hij te gast bij het dorpshoofd van Damesma met op de achtergrond de notabelen (COLLECTIE TROPENMUSEUM TM nr_20010391)



Een omvangrijke collectie etnografische voorwerpen uit het 'stenen tijdperk' die Jan Broekhuijse tijdens zijn verblijf bij de Dani en de Lani (Westelijke Dani) had verzameld, heeft hij later geschonken aan het Tropenmuseum. Ook assisteerde hij bij een verzamelreis van het Tropenmuseum in Burkina Faso, begin jaren zeventig van de twintigste eeuw.


In de jaren tachtig gaf Broekhuijse jaarlijks in Leiden grote hoorcolleges in overvolle collegezalen waar de studenten antropologie tot op de trappen buiten de zaal zaten om zijn college te kunnen volgen. Colleges die hij helemaal uit zijn hoofd deed. Hij was zeker een begenadigd spreker. Ook in klein gezelschap kon hij zo maar ontbranden in monologen van een uur of langer.


Na zijn pensionering in 1989 was Jan onder meer actief in de lokale Rotary en in het Historisch Genootschap van zijn woonplaats Nieuwkoop.


Tot 2015 bleef hij vrijwel jaarlijks met Veritas jaarclubgenoten bijeenkomen. Een van zijn goede vrienden was Wim Hornix die een jaar eerder overleed. Lees hier diens IM.

Tot 2016 verbleef hij vele maanden per jaar in zijn eigenhandig verbouwde boerderijtje in zuid-west Frankrijk.


Zijn ervaringen met de eerder genoemde Harvard-Peabody expeditie heeft hij over vele jaren vastgelegd in een boek dat hij begin dit jaar nog heeft kunnen voltooien en een keur aan uniek, eigen fotomateriaal bevat.



In 2011 werd Jan Broekhuyse geïnterviewd voor het programma Andere Tijden (uitzending 20 november 2011) gewijd aan de vermissing van Michael Rockefeller. Op de volgende link terug te zien:

https://www.anderetijden.nl/aflevering/163/Vermist-Michael-Rockefeller-


Er is veel gespeculeerd over de ware toedracht van deze trieste gebeurtenis.


Gerard van de Schootbrugge (j.v.a. 1963)


Selecte bibliografie

-De Wiligiman-Dani: een cultureel-anthropologische studie over religie en oorlogvoering in de Baliem-vallei. Diss. Utrecht, 1967. Tilburg: Gianotten.


-The organization of rural society in the Sahel (KIT Bulletin 314a). Amsterdam: Koninklijk Instituut voor de Tropen, 1989.


-De Harvard-Peabody-expeditie in de Baliemvallei, in: P. Schoorl (red.), Besturen in Nederlands-Nieuw-Guinea 1945-1962. Leiden: KITLV Uitgeverij, 1996, pp. 128-148


-Monografie van de Mossi: noordelijk plateau - Sanmatenga, Burkina Faso. Amsterdam: Koninklijk Instituut voor de Tropen, 1998.


-Memorie van overgave: een wijsgerig-antropologisch onderzoek naar de mentale structuren die het menselijk leven aansturen en ordenen in religie en cultuur. Noorden: Uitgeverij Bert Post, 2009.


-De Harvard-Peabody expeditie naar de Dani van de Baliem-vallei. Nieuwkoop: uitgave in eigen beheer, 2020, 458p. Te bestellen via: https://www.boekenbestellen.nl/boek/de-harvard-peabody-expeditie/9781616272654


Internetbronnen

http://www.west-papua.nl/Bezoekersbijdragen/Baliemvallei/Baliemvallei2.htm


https://www.papuaerfgoed.org/files/Broekhuijse_1967%20%20Wiligiman.pdf


Jan Broekhuyse geïnterviewed voor Andere Tijden (uitzending 20 november 2011) gewijd aan de vermissing van Michael Rockefeller.

https://www.anderetijden.nl/aflevering/163/Vermist-Michael-Rockefeller-