Man - Vrouw - Maatschappij

Praatje, 18 augustus 2018

Man, vrouw, maatschappij



‘Waarom altijd Marie Curie? Of nog erger: Madam Curie? Waarom niet gewoon Curie, dat doen we bij beroemde mannen toch ook!’ Onlangs hoorde ik een feministe beweren dat het toch te gek voor woorden is dat beroemde mannen bijna altijd bij hun achternaam worden genoemd, terwijl dat bij vrouwen niet het geval is. We hebben het wel over Drees, maar niet over Klompé. Het is altijd Marga Klompé. En Halsema wordt steevast samen met haar voornaam Femke genoemd, misschien wel, nog erger, om verwarring met Frans Halsema te voorkomen. Lennon & McCartney versus Betje Wolff en Aagje Deken. Picasso, Einstein, Newton, ze hebben geen voornaam nodig. Darwin ook niet. De meesten van ons kennen die voornaam zelfs niet. Maar, waarom dan wel altijd Marie Curie, aldus de verontwaardigde dame.


Heeft ze een punt? Misschien, hoewel ik niet het gevoel heb dat we hier met een ernstig probleem te maken hebben. Maar dat hoeft ook niet wanneer het als een voorbeeld dient om een veel groter onrecht op de kaart te zetten. Het onrecht dat mannen en vrouwen niet op gelijke voet worden behandeld. Niet door dezelfde bril worden bekeken. Niet volgens dezelfde codes worden benaderd. Niet dezelfde maatschappelijke waardering ontvangen. Verschil in status. Verschil.

Er is veel onrecht in de wereld en nog meer ongelijkheid. Eerdere discussies over het aanrecht waren nog redelijk overzichtelijk. Maar de stap van aanrecht naar onrecht is aanzienlijk. En dan hebben we het nog niet over het bestrijden of ontkennen van ongelijkheid. Dan worden de vragen wel heel erg ongemakkelijk, laat staan de antwoorden. Ooit probeerde ik een vooraanstaande feministe, pionier in vrouwenstudies, de uitspraak te ontlokken dat er natuurlijk verschillen zijn tussen mannen en vrouwen. Deze voor de doorsneeburger ongetwijfeld onschuldige open deur werd met kracht dichtgegooid. Maar ik gaf niet zo snel op. Natuurlijk kende ik de discussies over nature en nurture, en natuurlijk kende ik de redeneringen over heel mannelijke vrouwen die zich mannelijker gedragen dan de meeste mannen en over heel vrouwelijke mannen die zich vrouwelijker gedragen dan de meeste vrouwen. Wat nou, verschillen? Maar we weten ook dat je met statistiek voorzichtig moet zijn. De interpretatie is vaak gebaseerd op sociale en culturele normen. Je kunt ook gewoon om je heen kijken en zien hoe de mensheid zich wereldwijd manifesteert en zich historisch heeft gemanifesteerd. Hoe de ‘gemiddelde mens’ doet en denkt. Verwijzing naar het dierenrijk, waar wij uiteraard deel van uitmaken, laat ik even rusten. Met voorbeelden uit het dierenrijk valt bijna iedere stelling te verdedigen. Beperken we ons tot de mens dan zien we overal om ons heen variatie en verschillen. Het zou niet best zijn als het anders was, maar dit terzijde. Fundamentele verschillen en toevallige verschillen. Genetica speelt een grote rol, maar toevallige verschillen kunnen ook ontstaan door cultuur en laten we het toeval niet vergeten. Dat alles leidt tot ongelijkheid. Dik/dun, zwak/sterk, dom/slim, knap/lelijk, jong/oud, man/vrouw, Ajaxfan/Feijenoordfan, Coka Cola/Pepsi-Cola, boeddhist/atheïst, rechts/links, etc., etc. Hoe lang wil je de lijst hebben? Wij zijn niet gelijk, niet genotypisch, niet fenotypisch, niet memetisch.



Betje Wolff  (rechts) en Aagje Deken (links)



In de discussie met mijn feministische gesprekspartner bleef ik een beetje doorzeuren over het verschil tussen mannen en vrouwen, dat zij op haar beurt stelselmatig bleef ontkennen. Het verbaasde me.


Uiteindelijk kwam er toch, schoorvoetend als werd mij een geheim onthuld, een nogal opmerkelijke bekentenis. Toegeven dat er verschillen zijn tussen vrouwen en mannen, overigens ook tussen mannen en vrouwen, was volgens haar een vorm van capitulatie. Dat begreep ik niet.


Haar uitleg was opmerkelijk. De al dan niet veronderstelde verschillen tussen vrouwen en mannen waren volgens haar in het verleden altijd uitgelegd in het nadeel van de vrouw. Toegeven dat er verschillen zijn, paste daarom niet in de emancipatiestrijd die nog steeds volop woedt. Ieder erkend verschil zou de strijd hinderen, de tegenstander sterker maken.


Ik begreep de redenering maar hij leek me op de lange termijn onhoudbaar en zelfs schadelijk voor het scheppen van een wereld waarin mensen zich in hun sociale context optimaal kunnen ontplooien. Ik wil vrouwen niet het recht ontzeggen boos te zijn. Daar hebben ze best wel redenen voor. Maar te zeer in een sektarisch vaarwater terechtkomen lijkt me contraproductief. Cognitieve dissonantie en kokervisie liggen dicht bij elkaar.


Radicale feministen die in de jaren zestig verkondigden dat niet alleen zij maar eigenlijk alle vrouwen in het diepst van hun wezen lesbisch zijn, hebben de zaak volgens mij geen goed gedaan. Hoeveel generaties vrouwen hebben zich dan wel niet opgeofferd zodat wij nog altijd bestaan? Of heeft de transitie naar het universeel lesbische zich pas recent voltrokken?


Even rechtlijnig doorredenerend zou dit in de gelijkheidsvisie moeten betekenen dat ook alle mannen in de kern lesbisch zijn. Overigens zie je in de praktijk al hoe verwarrend en onhoudbaar deze visie is. Meer vrouwen in leidinggevende posities? Prima, maar blijkbaar niet omdat ze anders zijn dan mannen en daarom iets onmannelijks kunnen toevoegen. En waarom kritiek op de geneeskunde, en andere takken van wetenschap, omdat ze te eenzijdig vanuit een mannelijk perspectief opereren (bijvoorbeeld bij het testen van medicijnen)? En als er geen verschil is, waarom zouden mannen dan niet over vrouwendingen kunnen schrijven? Er is uiteraard wel verschil en laat de lezeres maar bepalen wat zij het meest waardeert. Waarom mag een politieagent geen roman schrijven over een brandweerman? En natuurlijk wordt dat een ander boek dan het boek dat een brandweerman had geschreven. So what? Fantastisch! Laat vele bloemen bloeien. Erken de verschillen. Maar waak voor achterstelling, onderdrukking, vooroordelen.


Als we ongelijkheid echt willen uitbannen, dan moeten we snel beginnen met het kloneren van mensen. Misschien na een door John de Mol opgetuigde genbattle om het genetisch profiel van de ideale mens, inclusief de keuze voor man of vrouw democratisch vast te leggen. Een mierenstaat? Nee, beter, eerlijker. De ongelijkheid bij mieren is enorm. Ze hebben een koningin en verder heel veel werksters (heel veel) en ook nog soldaten. Dat schiet niet op.


Marie Curie. Jammer dat het voorbeeld wat onhandig is. Want Maria Skłodowska was getrouwd met Pierre Curie die eveneens een befaamde wetenschapper was. Samen ontvingen ze de Nobelprijs. Marie kreeg er later nog een. Buitengewoon was ze zeker. Een aantal jaren later viel ook dochter Irene die eer te beurt. En ook de andere dochter, Ève, hoewel geen wetenschapper, excelleerde. Curie klinkt dus wel stoer, maar is niet zo praktisch.


Ook bij beroemde mannen is de voornaam soms nodig om misverstanden te voorkomen. Denk aan Kennedy (broers), Huyghens (vader en zoon), Bernouilli (een heel geslacht van wis- en natuurkundigen), Meijsing (broer en zus), Williams (zusjes), Kluivert (vader en zoon), De Selvera’s (Selma en Vera). En laten we niet vergeten dat er ook veel beroemde mannen met voor- en achternaam worden aangeduid, net als beroemde vrouwen: Johnny Cash (en dus niet alleen Cash, wel Mama Cash), Johnny Jordaan (en niet Jordaan), Johan de Wit (en niet De Wit), Abe Lenstra, Faas Wilkes. Ik heb daar nooit klachten over gehoord. En een enkele keer wordt een mannelijke beroemdheid alleen bij zijn voornaam aangeduid. Denk aan Rembrandt, Ronaldo, Umberto, Napoleon, Franco.


Maar toch is er wel wat aan de hand. Mannen worden in het algemeen vaker met alleen hun achternaam aangesproken dan vrouwen. Wellicht een overblijfsel van de manier waarop in militaire dienst, en in vergelijkbare omstandigheden, appèl werd afgenomen. Het afroepen van voornamen is dan niet zo handig. Achternaam, eventueel gevolgd door een initiaal werkt beter. Zo’n appèl, aanvankelijk toch vooral een mannenzaak, was niet erg elegant. Daarom vermoed ik dat het aanspreken van vrouwen met hun volledige naam vooral een kwestie van goede smaak en respect is geweest. En nog steeds is. Ik weet wel dat sommige radicale vrouwen die overal een complot en sociale repressie in zien, niet veel op hebben met hoffelijkheid. Maar het zou ze sieren als ze in ieder geval zouden willen toegeven dat dit misschien een stukje van de verklaring is. Iemand met haar voornaam aanspreken klinkt mij zeer veel aangenamer in de oren dan met haar achternaam. Waarom willen vrouwen toch zo graag opschuiven richting man? Voetballen, bier drinken, sigaren roken, boksen, old-boy worden, burn-out gaan, tattoeages, etc. Het mannenbestaan is blijkbaar woest aantrekkelijk. Leef het leven van een man en als een man en je zult gelukkig worden. Ik zou willen zeggen: niet doen. Laat je niet gek maken. Volg je gevoel. Transgenders wijzen een duidelijke weg. Een vrouw in een mannenlichaam zou het ultieme geluk moeten opleveren. We weten wel beter. Toch?


Espunt, 18 augustus 2018


P.S. d.d. 7 september 2023

Er is de afgelopen vijf jaar veel gebeurd. Ook ik in de sfeer van geslachten en genders. Met name de beweging van transgenders heeft het plaatje complexer gemaakt. Sommige emancipatiebewegingen dreigen over de top te schieten en daarmee hun doel voorbij. Common sense lijkt verder weg dan ooit en dat is vragen om extremisme. Ik noem enkele recente thema's.


Veel feministen zijn van mening dat de generidentiteit niets met biologie maar alles met opvoeding en cultuur te maken heeft. Je wordt niet als vrouw geboren maar tot vrouw gemaakt. Dat zou betekenen dat je met een andere opvoeding ofwel genderneitraal, genderbinair of naar keuze een mannelijke of vrouwelijke instelling kunt creëren. Waar de homobeweging lang heeft gestreden voor de erkenning dat ze als homo worden geboren en dat de opvoeding daar niks meer aan kan veranderen, zou het met meisjes en jongetjes dus weer net even anders zijn. Sterker nog, op allerlei plekken wordt er gezocht naar manieren om het vrouwelijke in de man verder te ontwikkelen. Als dit zo is kun je je afvragen waarom transgenders dan al heel jong het gevoel hebben dat ze in het verkeerde lichaam steken. Dat kan geen opvoedingsverhaal zijn. Als een meisje als meisje wordt opgevoed dan is er dus iets anders, buiten de opvoeding, dat het jongensgevoel genereert. Dat geldt dan dus ook voor jongens en meisjes die geen transgevoelens hebben. Die krijg je met pedagogische en psychologische middelen niet in een andere gender. Mij dunkt dat de feministische beweging hier open en duidelijk over moet zijn.

Een ander pijnpunt dat recent is opgekomen betreft de toegang van transvrouwen (mannen die zich als vrouw manifesteren c.q. zo voelen) tot vrouwensport. Onder de druk van de emancipatiebewegingen gaan instellingen en organisaties nu mee met de eis dat mannen die verklaren zich vrouw te voelen in vrouwensporten mogen meedoen. Met als voordehandliggend gevolg dat ze, door hun mannelijke fysiek, de niettransvrouwen kansloos maken. Grote delen van de vrouwenbeweging vinden dit, om onbegrijpelijke redenen, blijkbaar acceptabel. 

We zien hier hoe de keuzes voor dogmatische principes tot onhoudbare en schadelijke effecten kunnen zorgen. Kortom, misschien moeten er toch maar weer eens wat vrouwen opstaan die met beide benen op de grond blijven staan. Daar is wel moed voor nodig. Er wordt tegenwoordig graag gerept van masculiene toxiciteit, maar de wijze waarop sommige vrouwen de discussie voeren, vol van haat en walging, gaat ons ook niet verder helpen.